Wegwuivende woordvoerders

Vorige week werd Brussel, het hart van de Europese politiek, opgeschud door een corruptieschandaal. Verschillende medewerkers van het Europees Parlement zouden zijn omgekocht door een ‘Golfstaat’. De politie arresteerde onder meer een vicevoorzitter van het Parlement en een Brusselse lobbyist. Het Europees Parlement, dat doorgaans weinig aandacht geniet, stond opeens volop in de schijnwerpers. Echter, de Parlementsvoorzitter, Roberta Metsola, bereikte maar weinig Europese kiezers met haar veroordeling van het corruptieschandaal. Een gemiste kans om het vertrouwen in de Europese politiek op te krikken.

Metsola’s eerste reactie op het corruptieschandaal was een sobere tweet. In minder dan 280 tekens riep ze haar steun uit voor de rechtspraak en veroordeelde ze alle vormen van corruptie. Vervolgens liet ze een woordvoerder verklaren dat de aangehouden vicevoorzitter, Eva Kaili, met onmiddellijke ingang werd geschorst. Deze kernboodschappen waren ongetwijfeld goed bedoeld, maar stierven een stille dood in de pers. Onder meer de Nederlandse media schreven amper over Metsola’s afkeuring van het schandaal. Het schandaal zelf haalde wel de krantenkoppen en de journaals.

Het beperkte communicatiebereik van één van de invloedrijkste Europeanen benadrukt nog maar eens het belang van een doelgroepanalyse. Metsola’s doelgroep is immers beperkt aanwezig op Twitter. De parlementsvoorzitter heeft op dat medium zo’n 380 000 volgers; amper het dubbele aantal Twitter-volgers van onze eigen premier. Ter illustratie: Rutte is regeringsleider in een land van bijna 18 miljoen inwoners; Metsola leidt een parlement dat zo’n 450 miljoen Europeanen vertegenwoordigt. Daarnaast lijkt Metsola’s woordvoerder zich niet tot het juiste aantal media te hebben gericht. Er zijn bijvoorbeeld maar weinig kranten die een interview met een Europees Parlementsvoorzitter links zouden laten liggen. Toch kwam zo’n interview er niet.

In een tijd waarin de legitimiteit van de Europese Unie onder een vergrootglas ligt, kunnen Europese politici zich geen ‘media-missers’ veroorloven. In een tijd van inflatie, oorlog en onzekerheid wil de kiezer ook weten wat ‘Brussel’ precies doet. Een tweet en een wegwuivende woordvoerder doen daar geen recht aan. En het ‘recht’, dat is uiteindelijk wel waarvoor de EU bestaat.