Verklarende woordenlijst
Soort
Amendement
Voorstel uit de Tweede Kamer tot wijziging van een of meer artikelen van een wetsvoorstel. Elk Kamerlid kan amendementen indienen. Om tot wijziging van een wetsvoorstel te leiden, moet het amendement de steun van een Kamermeerderheid krijgen.
De indiener van het wetsvoorstel heeft, nadat het gewijzigde artikel is aangenomen, twee mogelijkheden: de wijziging aanvaarden of het gewijzigde wetsvoorstel intrekken.
Verschil amendement en motie
Met een amendement wordt iets vastgelegd in een wet. Een motie is een uitspraak van de Eerste of Tweede Kamer, waarin een wens, verzoek of opdracht in is geformuleerd.
Beantwoording feitelijke vragen / lijst van vragen en antwoorden
Een verslag dat feitelijke vragen, gesteld door de Tweede Kamer, en antwoorden bevat over een brief of rapport.
Beantwoording Kamervragen
Elk individueel Kamerlid kan schriftelijk vragen stellen aan leden van de regering.
De bewindspersoon moet de vragen binnen 3 weken beantwoorden. Mocht deze termijn te kort zijn, dan laat hij per brief de Voorzitter van de desbetreffende Kamer weten waarom dit het geval is.
Besluitenlijst
Een overzicht van besluiten genomen tijdens een procedurevergadering of het besluit naar aanleiding van een e-mailprocedure.
Tijdens procedurevergaderingen nemen Tweede Kamercommissies besluiten over de te volgen procedures en werkwijze. Zo wordt tijdens procedurevergaderingen besloten over de afhandeling en beantwoording van brieven die de commissie ontvangt, en over de wijze van behandeling van wetsvoorstellen en beleidsbrieven, -nota’s en -notities op het terrein van de commissie.
Ook vindt besluitvorming plaats over de planning van vergaderingen, hoorzittingen, werkbezoeken en gesprekken met externe personen en organisaties.
Indien een zaak spoed heeft en niet kan wachten tot behandeling op een procedurevergadering, kan het verzoek worden voorgelegd aan een Kamercommissie via een e-mailprocedure. De commissieleden kunnen dan tot een bepaalde tijd laten weten of zij instemmen met het verzoek. Een verzoek wordt aangenomen wanneer hier een meerderheid voor is.
Brief
Een brief van een bewindspersoon, bijvoorbeeld over beleid of in reactie op een informatieverzoek van de Eerste of Tweede Kamer.
Conceptverslag Commissiedebat
Een conceptverslag Commissiedebat is een verslag van een commissiedebat dat nog niet is goedgekeurd door de commissie, maar wel openbaar is gemaakt.
Een commissiedebat is een overleg tussen een commissie uit de Tweede Kamer en een of meer ministers en/of staatssecretarissen. In een commissiedebat komt een specifiek onderdeel van het beleidsterrein van een minister en/of staatssecretaris aan de orde.
Wanneer Tweede Kamerleden naar aanleiding van een commissiedebat moties willen indienen, wordt een tweeminutendebat geagendeerd in de plenaire agenda. Tijdens een commissiedebat is het niet mogelijk om moties in te dienen.
Stenografisch verslag wetgevingsoverleg
Een stenografisch verslag van een wetgevingsoverleg (WGO) is een woordelijk verslag van een commissievergadering over een wetsvoorstel. Dit verslag is nog niet goedgekeurd door de commissie, maar wel openbaar gemaakt.
Na de schriftelijke behandeling van een wetsvoorstel kan de Tweede Kamer besluiten tot een wetgevingsoverleg. Tijdens dit overleg met de indieners kunnen alle aspecten van een wetsvoorstel aan de orde komen, amendementen worden besproken en moties worden ingediend. Over de moties, amendementen en het wetsvoorstel wordt later in de plenaire vergadering gestemd.
Stenografisch verslag notaoverleg
Overleg van een Kamercommissie met bewindslieden over een beleidsnota. Tijdens een notaoverleg kunnen moties worden ingediend, die later in de plenaire vergadering in stemming worden gebracht.
Stenografisch verslag plenaire vergadering
Woordelijk verslag van alles wat in de plenaire vergadering van de Eerste Kamer of Tweede Kamer is gezegd.
Tweede Kamer
De vergadering van alle 150 Tweede Kamerleden noemen we de plenaire vergadering of voltallige vergadering. Deze wordt geleid door de Tweede Kamervoorzitter en wordt gehouden in de grote vergaderzaal. Om te mogen vergaderen, moeten ten minste 76 leden de presentielijst hebben getekend (het quorum). Een stemming kan alleen plaatsvinden als ten minste 76 leden aanwezig zijn.
Plenaire vergaderingen worden in de regel gehouden op dinsdagen, woensdagen en donderdagen. Ze zijn openbaar. Gedurende een aantal perioden in een jaar (recessen) wordt er niet plenair vergaderd.
De plenaire vergadering wordt bijeengeroepen door de Voorzitter of op (gemotiveerd) verzoek van dertig leden.
Eerste Kamer
De plenaire vergadering is de vergadering van de voltallige Eerste Kamer. Deze vergaderingen worden geleid door de Eerste Kamervoorzitter en worden gehouden in de plenaire vergaderzaal. Om te mogen vergaderen, moeten ten minste 38 leden de presentielijst hebben getekend (het quorum). Een stemming kan alleen plaatsvinden als ten minste 38 leden aanwezig zijn.
Plenaire vergaderingen zijn openbaar. De Eerste Kamer vergadert normaal alleen op dinsdagen. De vergaderingen worden, zo nodig, ‘s avonds voortgezet. Een enkele keer wordt, indien nodig, ook op maandag of woensdag vergaderd. Doorgaans beginnen de vergaderingen om 13.30 uur. In uitzonderingsgevallen kan het aanvangstijdstip worden vervroegd.
De plenaire vergadering wordt bijeengeroepen door de Voorzitter of op (gemotiveerd) verzoek van 8 leden.
Stenografisch verslag plenaire vergadering, Tweeminutendebat
Tweede Kamerleden kunnen naar aanleiding van een commissiedebat of een schriftelijk overleg een tweeminutendebat op de plenaire agenda van de Tweede Kamer laten plaatsen. Tijdens een tweeminutendebat kunnen moties ingediend worden. Dit is tijdens een commissiedebat niet mogelijk.
Verschil amendement en motie
Met een amendement wordt iets vastgelegd in een wet. Een motie is een uitspraak van de Eerste of Tweede Kamer, waarin een wens, verzoek of opdracht in is geformuleerd.
Stenografisch verslag plenaire vergadering, Interpellatiedebat
Het interpellatierecht van de Eerste Kamer en de Tweede Kamer houdt in dat een minister of staatssecretaris op elk door de kamer gewenst moment ter verantwoording kan worden geroepen. Meestal gaat het om actuele zaken. In de Tweede Kamer moeten
ten minste dertig leden instemmen met het houden van een interpellatie, in de Eerste Kamer een meerderheid.
De aanvrager van een interpellatie krijgt in het debat als eerste het word voor het stellen van vragen aan de bewindspersoon. Wanneer die geantwoord heeft, mogen andere leden van de kamer zich in het debat mengen. Er kunnen moties worden ingediend.
Stenografisch verslag plenaire vergadering, Regeling van Werkzaamheden
In elke vergadering regelt de Kamer haar werkzaamheden. Die regeling van werkzaamheden betreft onder meer
- vaststelling van de agenda (waaronder interpellatieverzoeken en verzoeken om verslagen van algemene overleggen op de agenda te plaatsen)
- regeling van spreektijden
- benoemingen van leden en voorzitters van commissies en delegaties
- mededelingen over de afhandeling van moties
- verzoeken van leden om een brief van het kabinet te ontvangen over een bepaald onderwerp
De regeling van werkzaamheden vindt als regel aan het begin van de vergadering plaats of – als er een ochtendvergadering is – aan het begin van de middag.
Stenografisch verslag plenaire vergadering, Dertigledendebat
Elk lid van de Tweede Kamer kan vragen om een dertigledendebat over elk door hem gewenst onderwerp. Om het debat te kunnen aangaan, moeten ten minste dertig leden het verzoek steunen. Het debat kan uitmonden in moties en stemmingen daarover.
Voorheen heette een dertigledendebat een spoeddebat.
Stenografisch verslag plenaire vergadering, Mondelinge vragenuur
Iedere dinsdag wordt aan het begin van de vergadering het mondelinge vragenuur gehouden. Tijdens het mondelinge vragenuur worden vragen over een bepaald, vaak actueel, onderwerp aan een bewindspersoon gesteld. Tijdens het vragenuur kunnen geen moties worden aangevraagd.
Een Kamerlid kan ten hoogste één onderwerp aanmelden waarover hij tijdens het
mondelinge vragenuur vragen wil stellen. De voorzitter van de Tweede Kamer besluit welke vragen (maximaal 6) tijdens het vragenuur aan bod komen.
Het Kamerlid meldt het onderwerp schriftelijk bij de Voorzitter uiterlijk dinsdag om 12.00 uur.
Stenografisch verslag plenaire vergadering, Stemmingen
De Tweede Kamer kan via een stemming een besluit nemen. Een stemming kan plaatsvinden bij hand opsteken of hoofdelijk. Stemmingen over personen vinden schriftelijk plaats. Er kan ook zonder stemming een besluit worden genomen (hamerstuk). Wanneer Kamerleden hun stemgedrag willen toelichten, kunnen zij een stemverklaring afleggen van maximaal twee minuten.
Bij hand opsteken
In een stemming bij hand opsteken wordt gekeken welke fracties vóór of tegen zijn, en aan de hand daarvan bepaalt de Voorzitter de uitslag. Is de uitkomst daarvan onduidelijk dan kan alsnog tot een hoofdelijke stemming worden overgegaan.
Hoofdelijk
Elk Kamerlid kan om een hoofdelijke stemming vragen. Bij een hoofdelijke stemming leest een plaatsvervangend griffier de namen van alle aanwezige leden op, waarbij ieder lid wanneer zijn of haar naam klinkt ‘voor’ of ‘tegen’ zegt. Als een lid zich vergist, kan de vergissing alleen worden hersteld voordat de volgende naam is afgeroepen. Als het lid de vergissing te laat bemerkt, kan dit na afloop van de stemming wel worden vastgelegd, zonder dat het de uitslag beïnvloedt.
Als alle 150 leden aanwezig zijn en er net zoveel voor- als tegenstanders zijn (‘de stemmen staken’) , is het voorstel verworpen. Wanneer blijkt dat de vergadering niet voltallig is, dan volgt in de eerstvolgende vergadering een herstemming. Staken de stemmen opnieuw dan is het voorstel alsnog verworpen.
Schriftelijk
Stemmingen over personen (benoemingen, voordrachten, keuzen) worden schriftelijk gedaan. Schriftelijke stemmingen zijn dus anoniem.
De aanwezige leden vullen de naam van een kandidaat in op een briefje en deponeren dat in een stembus waarmee een bode rondgaat. Een ad hoc-commissie van vier leden telt de uitgebrachte stemmen, en meldt de uitslag aan de Kamervoorzitter.
Eventueel vinden meerdere stemmingen plaats als iemand niet direct de vereiste meerderheid heeft gekregen.
Zonder stemming (hamerstuk)
De Kamer kan ook op voorstel van de Kamervoorzitter zonder stemming een besluit nemen, als geen enkel lid om stemming vraagt. Leden kunnen in dat geval nog wel laten aantekenen dat zij geacht willen worden tegen te hebben gestemd.
Stemming Eerste Kamer
Aan het einde van de openbare behandeling, nadat het debat afgerond is, stelt de Voorzitter voor tot stemming over te gaan.
Als geen enkel lid stemming vraagt, stelt de Voorzitter vast dat het wetsvoorstel zonder stemming is aangenomen. Leden kunnen aantekening vragen dat ze geacht worden tegen het wetsvoorstel te zijn.
De stemming wordt uitgesteld tot de eerstvolgende vergadering indien daar door een lid om wordt gevraagd (bijvoorbeeld als nader beraad nodig is).
Stemming geschiedt dan hoofdelijk, waarbij de namen van de aanwezige leden worden opgelezen; het lid waarvan de naam wordt opgelezen zegt ‘vóór’ of ‘tegen’.
Op voorstel van de Voorzitter of van één van de leden kan ook worden besloten te stemmen bij zitten en opstaan. Indien dat geen duidelijke uitslag oplevert, wordt alsnog hoofdelijk gestemd.
Voordat de stemming begint, kunnen leden nog kort verklaren waarom ze vóór of tegen het wetsvoorstel zullen stemmen, de zogenaamde stemverklaring.
Eindverslag
Door het uitbrengen van een eindverslag geeft een Eerste Kamercommissie te kennen dat zij van mening is dat de plenaire behandeling van een wetsvoorstel voldoende is voorbereid.
Wanneer de commissie zich in het eindverslag beperkt tot de vaststelling dat zij de openbare behandeling voldoende acht voorbereid, is er sprake van een blanco eindverslag.
Feitelijke vragen / lijst van vragen
De Tweede Kamer stelt, geanonimiseerd, feitelijke vragen over een beleids- of wetvoorstel van bewindslieden.
Inbreng verslag schriftelijk overleg
Schriftelijke vragen en opmerkingen van Kamerleden over een brief van een bewindspersoon.
Kamervragen
Elk individueel Tweede Kamerlid mag schriftelijk vragen stellen aan leden van de regering. De Kamervoorzitter moet de vragen vooraf goedkeuren. De Voorzitter controleert bijvoorbeeld of de vragen al eerder zijn gesteld en of de betreffende minister bevoegd is de vraag te beantwoorden.
De minister moet de vragen binnen 3 weken beantwoorden. Mocht deze termijn te kort zijn, dan laat de minister per brief de Voorzitter weten waarom dit het geval is.
Memorie van antwoord
De memorie van antwoord bevat de reactie op vragen en opmerkingen uit een voorlopig verslag. Een voorlopig verslag wordt uitgebracht wanneer de Eerste Kamercommissie de mogelijkheid wil openlaten om nog in te gaan op het antwoord dat de regering erop zal geven. Een voorlopig verslag en memorie van antwoord maken deel uit van de schriftelijke behandeling van de Eerste Kamer van een wetsvoorstel.
De indieners van het wetsvoorstel ondertekenen de memorie. Dat kunnen ministers en/of staatssecretarissen zijn en, in het geval het een initiatiefvoorstel betreft, Tweede Kamerleden.
De leden en plaatsvervangend leden moeten na ontvangst binnen een bepaalde termijn (10-21 dagen) aangeven of zij prijs stellen op een verdere voorbereiding.
Nadere memorie van antwoord
De nadere memorie van antwoord bevat de antwoorden en opmerkingen van de regering naar aanleiding van een nader voorlopig verslag. Een nader voorlopig verslag is een tweede ronde in de schriftelijke voorbereiding van een wetsvoorstel.
Een nader voorlopig verslag en een nader memorie van antwoord maken deel uit van de schriftelijke behandeling van de Eerste Kamer van een wetsvoorstel.
De nadere memorie wordt ondertekend door de indieners van het wetsvoorstel. Dat zijn ministers, staatssecretarissen of, in het geval het een initiatiefvoorstel betreft, Tweede Kamerleden.
Nader voorlopig verslag
Indien een Eerste Kamercommissie behoefte heeft aan een tweede ronde in de schriftelijke voorbereiding van een wetsvoorstel, dan wordt dit aangegeven door een nader voorlopig verslag.
In dit verslag kan worden ingegaan op de antwoorden die de indieners van het wetsvoorstel in de memorie van antwoord heeft gegeven.
De indieners beantwoorden het nader voorlopig verslag in een nadere memorie van antwoord.
Nader Verslag
Tweede schriftelijke reactie van de Tweede of Eerste Kamer op een wetsvoorstel. De indiener van het voorstel reageert daarop met een nota naar aanleiding van het nader verslag.
Novelle
Een novelle is een wetsvoorstel dat dient ter verbetering of aanvulling van een wetsvoorstel dat reeds bij de Eerste Kamer aanhangig is of al wel is aangenomen, maar nog niet van kracht is geworden.
De Eerste Kamer stelt de plenaire behandeling uit of schorst deze tot de novelle door de Tweede Kamer is aanvaard. Na aanvaarding verschijnen het oorspronkelijke wetsvoorstel en de novelle gelijktijdig in het Staatsblad; de met de novelle beoogde wijziging wordt direct ingevoegd.
De Eerste Kamer kan eventueel ook het te wijzigen wetsvoorstel aanvaarden met de toezegging dat aanpassing (later) door middel van een novelle zal plaatsvinden.
Novelles waren aanvankelijk vooral bedoeld om technische gebreken in een wetsvoorstel na de behandeling in de Tweede Kamer te herstellen.
De laatste jaren worden soms ook politieke bezwaren van de Eerste Kamer ondervangen door een novelle. De novelle wordt dan min of meer afgedwongen, al ligt de formele beslissing om een novelle in te dienen bij de regering.
Tweet
Een kort bericht geplaatst op Twitter dat tekst, foto’s en/of video bevat. Kamerleden en bewindspersonen maken vaak gebruik van Twitter om snel nieuws, standpunten, etc. te delen met de buitenwereld.
Verslag schriftelijk overleg
Een verslag schriftelijk overleg bevat schriftelijke vragen en opmerkingen van Kamerleden over een brief van een bewindspersoon én de antwoorden van de desbetreffende bewindspersoon.
Verslag (Eerste Kamer)
Als de Kamercommissie de regering wil verzoeken in een nota te antwoorden op vragen over het wetsvoorstel dan stelt zij een verslag vast.
Een verslag is in feite een inhoudelijk eindverslag. Er vindt na het uitbrengen van een verslag geen verdere schriftelijk voorbereiding van het wetsvoorstel plaats.
In een nota naar aanleiding van het verslag reageert de indiener van het wetsvoorstel op de opmerkingen in het verslag van een Eerste Kamercommissie.
Verslag (Tweede Kamer)
Eerste schriftelijke reactie van de Tweede Kamer op een wetsvoorstel. De indiener van het voorstel reageert daarop met een nota naar aanleiding van het verslag.
Nota naar aanleiding van verslag (Eerste Kamer)
In een nota naar aanleiding van het verslag reageert de indiener(s) van een wetsvoorstel op de opmerkingen in het verslag van een Eerste Kamercommissie.
Na het uitkomen van een nota naar aanleiding van het verslag wordt het wetsvoorstel aangemeld voor plenaire behandeling in de Eerste Kamer.
Nota naar aanleiding van verslag (Tweede Kamer)
Reactie van de indiener(s) van een wetsvoorstel op het verslag van de Tweede Kamer over het ingediende voorstel. Het verslag is de schriftelijke reactie van de Tweede Kamer op een wetsvoorstel.
Voorlopig verslag
Een voorlopig verslag maakt deel uit van de schriftelijke behandeling van een wetsvoorstel in de Eerste Kamer. Een voorlopig verslag wordt uitgebracht wanneer een Eerste Kamercommissie de mogelijkheid wil openlaten om nog in te gaan op het antwoord dat de regering erop zal geven.
In een memorie van antwoord reageert de regering op de opmerkingen in het voorlopig verslag van een commissie.
Weblog
Een persoonlijk bericht op een website dat regelmatig, soms meermalen per week of maand, wordt bijgehouden. Meestal gaat het om berichten van stakeholders die in chronologische volgorde verschijnen.
Wetsvoorstel
Een wetsvoorstel bestaat uit wijzigingen in één of meerdere bestaande wetten of is een geheel nieuwe regeling.
De minister legt het wetsvoorstel voor aan de ministerraad. Die moet er mee instemmen, voordat het voor advies naar de Raad van State gaat. Dit adviesorgaan kijkt vooral naar de juridische kanten van het voorstel. De Raad van State brengt een niet-bindend (maar wel zwaarwegend) advies uit waarop de minister een reactie (nader rapport) geeft. Het advies en nader rapport worden samen toegevoegd aan het wetsvoorstel.
Wanneer een wetsvoorstel door de regering aan de Tweede Kamer wordt aangeboden, is deze ook vergezeld van een Koninklijke Boodschap en een memorie van toelichting, waarin de werkelijke wijzigingen worden uitgelegd, in context worden geplaatst en gemotiveerd.
Zowel in de Tweede als in de Eerste Kamer wordt de openbare behandeling van een wetsvoorstel schriftelijk voorbereid. In beide Kamers vindt daarna vaak een debat en stemming plaats.
Nadat Tweede en Eerste Kamer het wetsvoorstel hebben aangenomen, wordt de wettekst ondertekend door Koning en de verantwoordelijke bewindspersoon en vervolgens opgenomen in het Staatsblad, waarna de wet (eventueel bij afzonderlijk koninklijk besluit) in werking kan treden.
WOB-verzoek
Iedereen, ook niet-Nederlanders, kan bij de overheid vragen om informatie over het handelen van een ministerie, provincie, gemeente, waterschap, publiekrechtelijk orgaan of instantie die in opdracht van een van deze besturen werkt. De Wet Openbaarheid Bestuur (WOB) bepaalt dat de gevraagde informatie moet worden gegeven tenzij de overheid een beroep kan doen op een van de uitzonderingen die in de wet staan, zoals de bescherming van de persoonlijke levenssfeer of veiligheid van de staat. Afwijzing van een verzoek moet gemotiveerd worden.
Korte aantekeningen
Korte aantekeningen geven beknopt weer wat er tijdens commissievergaderingen in de Eerste Kamer is besproken. Ze worden gemaakt door de griffier van de commissie. Het is geen woordelijk verslag.
In de aantekeningen worden in elk geval de genomen besluiten opgenomen. Verder wordt onder andere aangegeven welke fracties inbreng voor een verslag hebben geleverd.
Voorheen waren deze aantekeningen niet openbaar. Door een wijziging van het Reglement van orde van de Eerste Kamer op 5 juli 2004 kunnen ze nu gepubliceerd worden.
Uitstelbrief
De regering is niet altijd in staat vragen van de Eerste en Tweede Kamer op tijd te beantwoorden. Afhankelijk van de situatie bepaalt een Kamerlid in hoeverre hij vasthoudt aan beantwoording van openstaande vragen.
De minister moet de vragen binnen 3 weken beantwoorden. Mocht deze termijn te kort zijn, dan laat de minister per brief de Voorzitter weten waarom dit het geval is.
Petitie
Een verzoekschrift met een politiek of maatschappelijk doel aan de Kamer dat ondertekend is door een organisatie of groep mensen.
Schriftelijke vragen (Eerste Kamer)
Eerste Kamerleden hebben het recht schriftelijke vragen te stellen aan leden van de regering. Deze vragen worden via de voorzitter van de Eerste Kamer gesteld.
Beoordeling Nieuwe Commissievoorstellen Fiche (BNC-Fiche)
In het fiche is het standpunt van de Nederlandse regering ten aanzien van een (nieuw) Europees voorstel opgenomen. De fiches hebben een vaste indeling waarin onder meer een samenvatting wordt gegeven van een voorstel van de Europese Commissie, een oordeel wordt gegeven over de subsidiariteit van dat voorstel (moet het wel op Europees niveau geregeld worden; is de Europese Commissie wel bevoegd?) en de proportionaliteit van het voorstel (gaat het voorstel niet te ver; kan de nadere invulling op nationaal of decentraal niveau geregeld worden?). Ten slotte brengt de regering de specifieke Nederlandse belangen en financiële consequenties in kaart. De informatie in het fiche geeft aan hoe de Nederlandse regering de onderhandelingen op Europees niveau in gaat.
Verslag Hoorzitting / Rondetafelgesprek
Hoorzittingen en rondetafelgesprekken worden door volksvertegenwoordigingen georganiseerd om zich door specialisten, organisaties en/of burgers te laten informeren over maatschappelijke ontwikkelingen, opvattingen over lopend of voorgenomen beleid. Rijksambtenaren mogen niet zonder toestemming van hun minister aan hoorzittingen of rondetafelgesprekken deelnemen.
Besluit
Schriftelijke beslissingen van een bestuursorgaan dat wettelijk bevoegd is tot het nemen van besluiten. Een besluit leidt tot wijziging in de rechten en plichten van burgers. Het kan gelden voor een individuele burger, maar ook voor een bepaalde groep burgers (bijvoorbeeld de inwoners van een gemeente).
Koninklijk Besluit
Een koninklijk besluit (KB) is een besluit van de regering dat zonder medewerking van de Staten-Generaal wordt genomen.
Bij Koninklijke Besluiten wordt onderscheid gemaakt tussen een algemene maatregel van bestuur (AMvB) en een gewoon of klein KB.
Gewoon KB
Via een gewoon KB worden onder meer benoeming en ontslag van ambtsdragers (ministers, Commissarissen van de Koningin, staatsraden, burgemeesters etc.) geregeld.
AMvB
Via een algemene maatregel van bestuur (AMvB) worden door de rijksoverheid regels gegeven over uiteenlopende onderwerpen, bijvoorbeeld over woningbouw, gezondheidszorg, sociale zekerheid, asielbeleid, scholen en universiteiten, milieuvoorschiften of landbouwbeleid. Het kan daarbij bijvoorbeeld gaan om de wijze van verdeling van financiële middelen over instellingen, over voorschriften waaraan apparatuur moeten voldoen en over de samenstelling van uitvoeringsorganen.
Een AMvB wordt, anders dan een wet, in principe zonder medewerking van de Staten-Generaal vastgesteld. Over een AMvB wordt advies uitgebracht door de Raad van State. Na vaststelling vindt publicatie plaats in het Staatsblad
Voorhangprocedure
Tweede en Eerste Kamer kunnen in sommige gevallen (als de wet dat bepaalt) verlangen dat een ontwerp-KB ter goedkeuring aan haar wordt voorgelegd. Dit gebeurt indien binnen een bepaalde periode een deel van de Kamer daarom vraagt. Dit heet een ‘Voorhangprocedure’.
Nahangprocedure
Als vastgestelde AmvB’s voordat ze in werking treden aan de Kamers worden voorgelegd, spreken we van een nahangprocedure. Eventuele opmerkingen en wensen van de Kamer kunnen dan alsnog worden verwerkt. Gezien het tijdverlies dat daarvan het gevolg is, wordt de nahangprocedure steeds minder toegepast.
Wet
Wetten komen in Nederland tot stand door samenwerking van regering en Staten-Generaal (Eerste en Tweede Kamer). We spreken dan van ‘wetten in formele zin’.
De meeste wetten zijn algemeen verbindende voorschriften, dat wil zeggen dat ze voor iedereen gelden. In dat geval zijn ze tevens wetten in materiële zin. Denk bijvoorbeeld aan het Wetboek van Strafrecht. Uitzonderingen hierop zijn bijvoorbeeld begrotingswetten, waarmee de begroting van een ministerie wordt goedgekeurd.
Waar in de Grondwet het begrip ‘wet’ wordt gebruikt, wordt altijd de wet in formele zin bedoeld.
Nota van wijziging
Een minister en/of staatssecretaris en de indiener van een initiatiefwetsvoorstel kunnen tijdens de behandeling van een wetsvoorstel door de Tweede Kamer wijzigingen op de aanvankelijk ingediende tekst aanbrengen. Dat gebeurt in een nota van wijziging.
Nota n.a.v. verslag en nota van wijziging
Vaak laat een bewindspersoon de nota naar aanleiding van het verslag vergezellen van een nota van wijziging. De bewindspersoon is dan tot het besluit gekomen om zijn wetsvoorstel te wijzigen naar aanleiding van de eerste reacties van de Tweede Kamer op zijn wetsvoorstel.
Nota naar aanleiding van verslag (Tweede Kamer)
Reactie van de indiener(s) van een wetsvoorstel op het verslag van de Tweede Kamer over het ingediende voorstel. Het verslag is de schriftelijke reactie van de Tweede Kamer op een wetsvoorstel.
Nota van wijziging
Een minister en/of staatssecretaris en de indiener van een initiatiefwetsvoorstel kunnen tijdens de behandeling van een wetsvoorstel door de Tweede Kamer wijzigingen op de aanvankelijk ingediende tekst aanbrengen. Dat gebeurt in een nota van wijziging.
Nader rapport
Schriftelijke reactie van minister op het door de Raad van State uitgebrachte advies over een in te dienen wetsvoorstel. Het advies van de raad en het nader rapport worden tegelijk met het wetsvoorstel aan de Tweede Kamer gestuurd.
Memo rapporteurschap
Kamercommissies kunnen rapporteurs aanwijzen voor een specifiek onderwerp of project. De taken kunnen per rapporteur verschillen, maar de hoofdlijn is dat de rapporteur zich extra verdiept in het onderwerp en de commissie door middel van een memo erover adviseert, vaak ondersteund door het onderzoeksbureau van de Kamer, de EU-adviseur en/of de commissiegriffie.
Regeling
Nadere, hoofdzakelijk uitvoeringstechnische uitwerking van in een wet of een algemene maatregel van bestuur (AMvB) vastliggende bepalingen. Een vorm van een algemeen verbindend voorschrift. Een ministeriële regeling wordt niet om advies aan de Raad van State voorgelegd.
Verdrag
Schriftelijke bindende regel overeengekomen tussen staten onderling of tussen staten en internationale organisaties. De vorm is juridisch niet van belang voor de vraag of het om een verdrag of een contract, gaat. Het kan de vorm hebben van een overeenkomst, een akkoord, en een conventie of een protocol.
Convocatie
Een convocatie is een aankondiging van een vergadering. In de convocatie horen een aantal gegevens te staan zoals de datum, het tijdstip, de locatie en de agenda van de vergadering.
Ontwerpbesluit
Een ontwerpbesluit bevat de uitwerking van bepalingen uit een wet. Voordat het ontwerpbesluit ter advies aan de Raad van State wordt aangeboden, wordt het aan de Eerste en Tweede Kamer voorgelegd. Het parlement heeft dan een bepaald aantal weken de tijd om met de minister in overleg te treden. Een minister is alleen verplicht een ontwerpbesluit aan het parlement voor te leggen als de wet dit voorschrijft (voorhangprocedure).
Internetconsultatie
Via Internetconsultatie kunnen burgers, bedrijven en maatschappelijke organisaties kennis nemen van wetsvoorstellen, regelingen en besluiten en hun ideeën hierover kenbaar maken. Het doel is de transparantie van het wetgevingsproces te verbeteren en bij te dragen aan de kwaliteit van wetgeving. Door het verzamelen van reacties en commentaar wil het kabinet beter gebruik maken van kennis die in de samenleving beschikbaar is.
Op Internetconsultatie staan concepten van wetten, Algemene Maatregelen van Bestuur, ministeriële regelingen en beleidsnota’s waarop iedereen kan reageren door het reactieformulier in te vullen. De betrokken ministeries bekijken de reacties en passen eventueel het wetsvoorstel aan.
Bij een gesloten internetconsultatie is de reactietermijn verlopen.
Na verloop van tijd wordt er op de pagina van de internetconsultatie een verslag geplaatst waarin wordt ingegaan op de ontvangen reacties.
Weekschema
Aan het einde van de week maakt de griffie van de Tweede Kamer het plenaire vergaderschema voor de week daarop bekend. Door veranderingen in de agenda kan het voorkomen dat er gedurende de week een (nader) herzien weekschema wordt gepubliceerd.
Initiatiefwetsvoorstel
Naast bewindspersonen kunnen ook Tweede Kamerleden een wetsvoorstel indienen bij de Tweede Kamer. Dit heet een initiatiefwetsvoorstel. De Tweede Kamer maakt dan gebruik van haar recht van initiatief.
De behandeling van een initiatief(wets)voorstel wijkt voor een gedeelte af van die van regeringsvoorstellen. Zo wordt het voorstel niet verdedigd door een bewindspersoon, maar door één of meer Tweede Kamerleden.
De indieners zitten tijdens de behandeling in de Tweede en Eerste Kamer achter de regeringstafel en kunnen zich laten bijstaan door deskundigen. Bij de behandeling is de betrokken bewindspersoon wel altijd aanwezig.
De Raad van State brengt voor de behandeling in de Tweede Kamer advies uit. Ook gedurende de behandeling kan op verzoek van de Tweede Kamer nog advies aan de Raad van State worden gevraagd. Het staat de indieners vrij het advies wel of niet (of gedeeltelijk) op te volgen.
Nadat het wetsvoorstel is aangenomen, moet de regering zorgen dat het voorstel in het Staatsblad komt en inwerking treedt. Het is denkbaar dat de regering goedkeuring onthoudt, maar in de praktijk komt dat zelden of nooit voor.
Disclaimer
Deze informatie is onttrokken van:
- Bok, Max De. Van Abdicatie Tot Zetelroof: Begrippen Uit Het Staatsrecht Verklaard. Den Haag: Ministerie Van Binnenlandse Zaken En Koninkrijksrelaties, 2011.
- “Eerste Kamer Der Staten-Generaal – Home.” Eerste Kamer Der Staten-Generaal – Home. Web.
- “Homepage Parlement & Politiek – Hoofdinhoud.” Homepage Parlement & Politiek. Web.
- “Tweede Kamer Der Staten-Generaal.” Tweede Kamer Der Staten-Generaal. Web.
- “Internetconsultatie” Overheid.nl. Web
Deze informatie is samengevoegd en bewerkt tot volledigheid door EPPA Politiek & Lobby, februari 2013.