Weinig digitale media domineerden het nieuws de afgelopen weken zoals Twitter dat deed. Journalisten, onze officieuze vierde macht, leverden kritiek, lof en alles daartussenin op het veelbesproken sociale medium. Het platform heeft dan ook te maken met nieuwswaardige uitdagingen: een massale ontslagronde, een onzekere relatie met Europese beleidsmakers en een mogelijke massaclaim in Nederland die kan uitlopen op een grootschalige rechtszaak. Bovendien zou er in ‘extreemrechtse kringen een oorverdovend gejuich’ te horen zijn sinds Elon Musks overname van Twitter, aldus een column in Het Financieele Dagblad.
Ook in Den Haag uiten politici hun zorgen over misbruik van het ‘vrije woord’ op Twitter. En waar uiten zij die zorgen? Op Twitter. Hiermee wordt de politieke afhankelijkheid van het sociale medium pijnlijk duidelijk. En die afhankelijkheid gaat nóg verder. Politieke toeschouwers weten immers dat Kamervragen vaak gebaseerd worden op nieuwsberichten én Twitterberichten. Hiermee lijkt Twitter verheven tot een soort halfslachtige vijfde macht. Immers, politici gebruiken het medium ook om rechtstreeks te discussiëren met kiezers.
Deze haat-liefdesrelatie met het online platform geldt bovendien ook voor de eerdergenoemde kritische journalisten. Ook de meesten onder hen zeggen hun Twitter-accounts voorlopig niet op. Tegelijkertijd is de toekomst van het platform zeer onzeker. Accounts op Twitter kunnen nu voor €8 een blauw verificatieteken krijgen, hetgeen voor veel verwarring zorgt. Afgelopen donderdag nog postte een nep-account van Eli Lilly dat insuline gratis zou worden. De aandelenkoers van Eli Lilly daalde met 4.37%.
De huidige controverse is dan ook een mooie gelegenheid voor zelfreflectie bij pers en politiek. Hoe afhankelijk willen deze instituten zijn van één sociaal medium? Voorlopig luidt het antwoord op die vraag: ‘zeer afhankelijk’.