door Rob Sebes*
Voorzitters van brancheorganisaties en samenwerkingsverbanden die ‘van buiten’ komen, hebben meer oog voor belangenbehartiging, lobby, externe communicatie en hun ‘boegbeeldrol’ dan hun collega’s die uit de sector zelf afkomstig zijn.
Dat is één van de uitkomsten van de laatste editie van het Nationaal Voorzittersonderzoek, een samenwerking tussen Gasseling Search, VNO-NCW en MKB-Nederland.
Aan de ene kant is dat een abc’tje. Voorzitters ’van buiten de branche’ komen bijvoorbeeld uit de landelijke politiek, hebben bij een groot bedrijf gewerkt of zijn verzamelaars van allerlei bestuurlijke functies.
Voorzitters van binnen de branche zijn meestal ondernemers die zich eerst op lokaal of regionaal niveau hebben gemanifesteerd als ‘voorloper’ op uiteenlopende sociaaleconomische terreinen.
Daarmee spelen zij zich meestal onbewust in de kijker van de landelijke brancheorganisatie. Zij zijn en blijven pur sang ondernemers; lobby, externe communicatie en een boegbeeldrol van de branche zitten bij deze ‘bestuurders tegen wil en dank’ niet in de genen.
Bruikbare gegevens
Aan de andere kant zijn de onderzoeksgegevens zeer bruikbaar voor brancheorganisaties of samenwerkingsverbanden die zich bezinnen en heroriënteren op de toekomst van hun sector, en daarmee ook op hun eigen toekomst.
Zeker wanneer je lobby en externe communicatie koppelt aan andere uitkomsten van het Voorzittersonderzoek. In de top drie van de rubriek ‘verenigingsuitdagingen voor de komende drie tot vijf jaar’ staan respectievelijk verduurzaming/circulariteit/energietransitie, arbeidsmarkt/instroom/duurzame inzetbaarheid en digitalisering.
Stuk voor stuk thema’s die grote impact hebben op de inzet en het doorzettingsvermogen van de leden, maar zeker ook voor de brancheorganisatie zélf. Thema’s ook, die niet op zichzelf staan maar verband met elkaar houden en die de branche in samenhang moet op- en aanpakken.
Uiteindelijk gaat het om het antwoord op de vraag: hoe kunnen wij als branche te midden van al deze complexe en samenhangende uitdagingen het hoofd boven water houden en zelfs nog resultaten boeken?
Allerhoogste niveau
Naast economische, financiële, sociale, duurzaamheids- en technische/digitale uitdagingen moeten brancheorganisaties daarom lobby en externe communicatie de hoogste prioriteit geven en al hun werkzaamheden daarvan in dienst stellen.
Dat geldt dus zeker ook voor de boegbeelden van de organisatie, de voorzitter en niet te vergeten de directeur. Tussen hen is immers altijd een wisselwerking in rol- en taakverdeling, zoals blijkt uit hetzelfde onderzoek.
Brancheorganisaties en samenwerkingsverbanden hebben soms professionals in huis voor lobby en communicatie, maar vaak ook niet. Of er is iemand die ‘het erbij doet’. In alle situaties is het verstandig dat de branche een check doet of de huidige voorzitter en directeur voldoende oog en vaardigheden hebben voor lobby en communicatie. Bij het zoeken van een nieuwe voorzitter of directeur dient dit hoog op het lijstje met functie-eisen te staan.
Laat dat óók een abc’tje worden.
*Partner en communicatiestrateeg bij EPPA Den Haag