De afgelopen weken waren verschillende protesten landelijk nieuws. Vooral de klimaatdemonstraties waren veelbesproken. De politiek, media én veiligheidsdiensten lijken nog geen grip te hebben op deze fysieke mediastrategie. Dat laatste woord is overigens niet per toeval gekozen: de klimaatdemonstraties zijn tenslotte een kernonderdeel van een mediastrategie om de pers, de politiek en de samenleving te bereiken.
De aandacht voor klimaatverandering lijkt in de media al enkele jaren te dalen. Een tastbaar voorbeeld hiervan is de klimaattop COP27 die in november vorig jaar plaatsvond in Egypte. Verschillende deelnemers, waaronder premier Mark Rutte en Eurocommissaris Frans Timmermans, waren teleurgesteld in de beperkte resultaten van die top. Ook de meeste media beschreven de klimaattop als een gefaalde conferentie.
Toch heeft die anticlimax niet geleid tot meer media-aandacht voor klimaatverandering. Integendeel zelfs. Klimaatverandering moest in de pers het onderspit delven tegen andere dringende onderwerpen van deze tijd zoals de oorlog in Oekraïne, de inflatie en de asielcrisis. Het afgelopen halfjaar riepen klimaatdemonstranten dan ook om aandacht op manieren die de media niet konden negeren: de blokkades van snelwegen, het illegaal betreden van landingsbanen en het vastlijmen van activisten aan kunstwerken.
Dankzij deze acties halen de klimaatactivisten steeds weer de krantenkoppen. Hiermee bereiken zij hun doel om meer aandacht te krijgen van pers en politiek. Echter, het is nog maar de vraag of dat type aandacht beleidsmakers stimuleert om meer te doen voor het klimaat. De klimaatdemonstranten hebben in ieder geval niet de minister-president voor zich gewonnen. Enkele weken geleden nog bestempelde premier Rutte in een tv-programma de snelwegblokkades van Extinction Rebellion als ‘absurd’. Maar over het huidige klimaatbeleid zelf had de premier weinig te zeggen.