De gereedschapskist van de lobbyist: het rondetafelgesprek 

Hoorzitting en rondetafelgesprek setting bij de overheid

©Tweede Kamer der Staten-Generaal

Rondetafelgesprekken (RTGs) zijn al jaren een bekend fenomeen in de Tweede Kamer. Voor public affairs-professionals bieden ze een uitgelezen kans om hun standpunten rechtstreeks aan Kamerleden voor te leggen en invloed uit te oefenen op beleid. Dit artikel gaat in op de werking van rondetafelgesprekken, hoe ze strategisch kunnen worden ingezet in lobbytrajecten, en welke uitdagingen het met zich meebrengt om aan tafel te komen.  

Wat is een rondetafelgesprek? 

Een rondetafelgesprek (RTG) is een bijeenkomst waarbij Tweede Kamerleden in gesprek gaan met diverse belanghebbenden, experts en vertegenwoordigers van organisaties. Deze gesprekken worden georganiseerd door commissies van de Tweede Kamer, die verantwoordelijk zijn voor specifieke beleidsterreinen zoals zorg, onderwijs, of economische zaken. Het doel van een RTG is om verschillende standpunten over een bepaald onderwerp te verzamelen en de Kamerleden te voorzien van waardevolle inzichten voordat zij beslissingen nemen over beleid. 

Een RTG is meestal gestructureerd in blokken met maximaal drie tot vier sprekers per blok. Deze sprekers krijgen per blok eerst elk twee minuten om hun belangrijkste standpunten toe te lichten, waarna Kamerleden vragen kunnen stellen. Dit maakt het essentieel om de boodschap kort en bondig over te brengen. Daarnaast is het gebruikelijk dat sprekers vooraf een position paper indienen, waarin ze hun argumenten uitgebreider uiteenzetten.  

Het uitnodigingsproces: if you’re not at the table, you’re on the menu!  

Het uitnodigen van sprekers voor een RTG verloopt via de commissiegriffie, die belast is met de administratieve ondersteuning van de Kamercommissies. Nadat de Kamercommissie heeft besloten een rondetafelgesprek te organiseren en de onderwerpen heeft vastgesteld, nodigt de griffie de sprekers uit. Het selectieproces is echter vaak ondoorzichtig. De genodigden worden door de commissie bepaald, meestal op aanbeveling van een voorbereidingsgroep van Kamerleden die zich met het onderwerp bezighouden. De criteria voor selectie zijn vaak niet openbaar, waardoor het voor organisaties en lobbyisten een uitdaging kan zijn om een uitnodiging te krijgen. Het adagium is daarom: hoe eerder je betrokken bent, hoe beter. 

Een goede relatie met de Kamerleden die betrokken zijn bij de voorbereidingsgroep kan cruciaal zijn om aan tafel te komen. Deze Kamerleden spelen een belangrijke rol bij het bepalen van de agenda en bij de keuze van sprekers. Voor lobbyisten is het daarom van groot belang om vroeg in het proces invloed uit te oefenen en relaties met deze Kamerleden op te bouwen. 

Het belang van het position paper 

Omdat sprekers slechts 2 minuten krijgen, worden zij uitgenodigd om ook een schriftelijk position paper in te dienen. Alle ingediende position papers worden door de griffie van de commissie gebundeld en van tevoren verspreid onder de Kamerleden. Deze documenten bieden een waardevolle aanvulling op de mondelinge bijdragen en geven Kamerleden meer context en achtergrondinformatie dan tijdens het RTG zelf kan worden besproken. Het is daarom essentieel dat lobbyisten hun position papers tijdig indienen. 

Strategisch gebruik van rondetafelgesprekken 

Rondetafelgesprekken kunnen op verschillende manieren strategisch worden ingezet binnen public affairs: 

  1. Vertragingstactiek 
    Een RTG kan worden gebruikt om beleidsprocessen te vertragen, zeker wanneer er nog belangrijke punten ontbreken in het debat. Door een RTG aan te moedigen, kunnen lobbyisten tijd winnen om extra gegevens aan te leveren of nieuwe argumenten naar voren te brengen. De organisatie en het inplannen van een RTG kost bovendien tijd, waardoor bijvoorbeeld de wetsbehandeling langer duurt. 
  1. Meerdere perspectieven 
    De blokkenstructuur van een RTG zorgt ervoor dat verschillende perspectieven op een onderwerp belicht kunnen worden. Dit dwingt Kamerleden om een breder scala aan standpunten mee te nemen in hun overwegingen, wat gunstig kan zijn voor belangenorganisaties die hun visie willen delen. 
  1. Een gezicht achter de lobby 
    Het deelnemen aan een RTG biedt een kans om niet alleen je standpunten te presenteren, maar ook om persoonlijk contact te leggen met Kamerleden. Deze persoonlijke interactie kan helpen om de relatie met beleidsmakers te versterken en de zichtbaarheid van een organisatie of belangengroep te vergroten. Uit de psychologie weten we bovendien dat we veel ontvankelijker zijn voor argumenten als ze mondeling worden overgebracht dan als we ze van papier moeten lezen. Het belang komt tot leven. 
  1. Niet uitgenodigd? Niet getreurd! 
    Als je niet wordt uitgenodigd voor een RTG, kun je nog steeds je invloed laten gelden door een position paper in te dienen. Je hoeft hiervoor niet uitgenodigd te zijn en als je dit tijdig doet, gaat je position paper gewoon mee in de reader van de griffie. Daarnaast kun je, o.b.v. de position papers van de uitgenodigde organisaties, vragen en kanttekening meegeven aan de aanwezige Kamerleden. Dit zorgt ervoor dat jouw standpunten alsnog meegenomen kunnen worden in de discussie. 

Handreiking voor genodigden 

Om goed voorbereid aan een RTG deel te nemen, heeft de Tweede Kamer een handige handleiding voor genodigden opgesteld. Deze handreiking bevat praktische tips voor genodigden over hoe zij hun bijdrage kunnen voorbereiden, hoe zij hun position paper opstellen, en waar zij op moeten letten om effectief deel te nemen aan het gesprek.  

Benieuwd geworden hoe je een rondetafelgesprek strategisch moet aanvliegen als organisatie? Neem contact op en we denken met je mee! 

De gereedschapskist van de lobbyist
Dit artikel is onderdeel van de serie ‘De gereedschapskist van de lobbyist’. In deze serie lichten we verschillende ’tools’ uit die lobbyisten kunnen inzetten bij het activeren van hun lobbystrategieën. Houd onze nieuwspagina in de gaten voor meer artikelen.

Historische beschouwing eerste debatten bewindspersonen 

Begin juli trad het nieuwe kabinet-Schoof aan. Tijdens zijn eerste grote debat over de regeringsverklaring stond de kersverse minister-president niet alleen tegenover een felle oppositie, maar leek ook zijn coalitie niet volledig aan zijn zijde te staan. Dit maakte het eerste debat van Dick Schoof historisch zwaar. Als leider van een extraparlementair kabinet zonder duidelijke politieke kleur, werd meteen duidelijk wat dat inhield: Schoof stond er alleen voor. Tot overmaat van ramp moesten zelfs de oppositiepartijen ChristenUnie en CDA het voor de zichtbaar gespannen premier opnemen. 

Terwijl Schoof in de plenaire zaal van de Tweede Kamer worstelde om zich staande te houden, vond in een nabijgelegen commissiezaal het debat over de dreigende mestcrisis plaats met minister Femke Wiersma, die slechts twee dagen eerder was geïnstalleerd als minister van Landbouw, Visserij, Voedselzekerheid en Natuur. Hoewel partijgenoot Caroline van der Plas aanvankelijk probeerde het debat uit te stellen, onder het mom van op te komen voor haar mensen, ging het na kritiek vanuit de oppositie toch door, zij het een dag later dan gepland. Wiersma, die nauwelijks tijd had om zich voor te bereiden, benadrukte meerdere keren dat haar plannen de komende tijd verder uitgewerkt zouden moeten worden. 

Voor nieuwe bewindspersonen zijn de eerste Kamerdebatten ongetwijfeld een zenuwslopende uitdaging, vooral voor degenen met weinig politieke ervaring. De aftrap van deze debatten ligt, inmiddels traditiegetrouw, bij de nieuwe premier. Deze wordt tijdens het debat over de regeringsverklaring stevig op de proef gesteld. In de negentiende en vroeg-twintigste eeuw was het echter nog niet gebruikelijk dat nieuwe kabinetten zich presenteerden door middel van een dergelijk debat. Destijds bood de troonrede de eerste gelegenheid voor parlementsleden om vragen te stellen aan de nieuwe bewindspersonen, wat gebeurde in het kader van een zogenaamd ‘Adres van Antwoord’. Toen Thorbecke in 1849 zijn eerste kabinet introduceerde, deed hij dat met slechts vier woorden: “Wacht op onze daden.” Deze woorden golden nog lange tijd voor nieuwe kabinetten. 

Kabinet de Geer 1926 

In 1926 was minister-president Dirk de Geer de derde premier in de geschiedenis die een regeringsverklaring aflegde. Net als Schoof was De Geer partijloos, en werd zijn kabinet als extraparlementair beschouwd. Tijdens zijn eerste debat ging De Geer in op de lange, en bovendien geheime, formatie die tot zijn kabinet had geleid—een kabinet dat buiten de fracties om was gevormd. Als demissionair minister van Binnenlandse Zaken had De Geer het kabinet samengesteld zonder de toenmalige voorzitter van de ministerraad, Hendrik Colijn, op de hoogte te stellen. Het kabinet-De Geer werd met weinig enthousiasme ontvangen en De Geer kreeg tijdens zijn eerste optreden in de Kamer dan ook scherpe kritiek te verduren. Ook zijn partijloosheid zorgde ervoor dat hij op weinig initiële steun kon rekenen.

Kabinet-Colijn V 1939 

In 1939 kregen de pas aangetreden bewindspersonen van het kabinet-Colijn V geen enkele kans om zich voor te bereiden op hun eerste Kamerdebatten. Reeds tijdens het debat over de regeringsverklaring werd het kabinet door een ingediende motie, die het aantreden van het kabinet afkeurde, tot aftreden gedwongen. Het minderheidskabinet kon op te weinig steun rekenen om aan te blijven. Kabinet-Colijn V trad aan op 25 juli 1939 en werd al twee dagen later, op 27 juli, demissionair. Vele jaren later, in 2022, werd voor de tweede keer in de geschiedenis tijdens het debat over de regeringsverklaring een motie van wantrouwen ingediend tegen het gehele kabinet. Geert Wilders van de PVV probeerde op die manier het aantreden van Rutte IV te verhinderen, maar zijn motie kreeg geen meerderheid. Ook Dick Schoof werd deze zomer tijdens zijn eerste debat geconfronteerd met een motie van wantrouwen tegen zijn kabinet, ingediend door de Partij voor de Dieren en DENK. Tevergeefs, net als in 2022 werd ook deze motie verworpen. 

Regeringsverklaring kabinet Colijn V – Bron: Nationaal Archief 

Rutte I 2010 

Als voorganger van Schoof, had Mark Rutte zijn eerste debat als premier in 2010, tijdens de regeringsverklaring van Rutte I. Rutte kon tijdens dit debat op lof rekenen om zijn stijl, van zowel zijn coalitiegenoten als de oppositie. Zijn eerdere ervaringen als staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid zorgden er wellicht voor dat hij met meer ervaring op zak aan zijn eerste debat als premier begon dan premier Schoof. Een ander essentieel verschil tussen de twee (oud-)premiers is dat Schoof tijdens de verkiezingen van november nog een grote onbekende was. “Het voelt toch een beetje gek dat een ongekozen ambtenaar vanuit het niets premier is geworden”, is hoe Rob Jetten van D66 het formuleerde tijdens Schoof zijn eerste debat. Binnen de coalitie van Schoof I was de wens voor een partijloze premier echter groot. Wellicht kan het Schoof zijn partijloosheid hem in de toekomst nog van pas komen. Aanstaande week krijgt de kersverse premier tijdens de Algemene Politieke Beschouwingen een tweede kans om te bewijzen of een ongekozen en partijloze premier in staat is dit land te leiden. 

Inzicht of illusie? De transparantie van openbare beslisnota’s in Nederland

Beslisnota Rijksoverheid Informatievoorziening Overheid

Sinds wanneer zijn beslisnota’s openbaar?
In reactie op de kinderopvangtoeslagaffaire committeerde het kabinet-Rutte III zich bij haar aftreden aan meer transparantie, als onderdeel van het latere bredere actieplan Open op Orde (LINK). Met het structureel openbaar maken van beslisnota’s wilde het kabinet de Kamer op een toegankelijke manier inzicht geven in de afwegingen en betrokken belangen bij de besluitvorming door bewindslieden. Doel was het parlement hiermee in staat te stellen zijn controle- en medewetgevende taken uit te voeren zonder voortdurend zelf op zoek te moeten gaan naar onderliggende informatie en argumenten. Ook hoopte het kabinet niet alleen de controlefunctie van het parlement te versterken, maar ook het vertrouwen van burgers in het bestuur te herstellen.

Lies weiter

Symbolisch startpunt: de bordesfoto

De bordesfoto is een iconisch moment in de Nederlandse politiek. Bij het aantreden van een nieuw kabinet poseert de complete ministersploeg (staatssecretarissen zijn niet welkom) samen met het staatshoofd (nu Koning Willem-Alexander) op de trappen. Dit officiële fotomoment markeert het begin van een nieuwe regeringsperiode en symboliseert de eenheid en samenwerking binnen het kabinet.

Lies weiter

Nieuw in het formatieproces: hoorzittingen met beoogde bewindspersonen

De kabinetsformatie van het kabinet-Schoof kent vele nieuwigheden. Ook de hoorzittingen voor kandidaat-bewindspersonen in de Tweede Kamer zijn nieuw. Nederland heeft, in tegenstelling tot bijvoorbeeld de Verenigde Staten, geen parlementaire geschiedenis van publieke hoorzittingen voor beoogde functionarissen. Maar in oktober 2023 stemde de Kamer voor de motie-Sneller (D66) om openbare hoorzittingen met kandidaat-bewindspersonen te organiseren. De openbare hoorzittingen hebben als doel meer transparantie rond het formatieproces te creëren. Wat kunnen we verwachten van deze hoorzittingen?

Lies weiter

CPB-Doorrekeningen: Belang en Betekenis

Terwijl de doorrekening van verkiezingsprogramma’s door het CPB een fundamenteel onderdeel is geworden van het Nederlandse politieke proces, blijft het debat over de waarde en relevantie ervan voor kiezers onverminderd voortduren. Onlangs zijn de resultaten van de doorrekening verschenen, waarbij acht partijen hun plannen aan het CPB hebben voorgelegd. Opmerkelijk afwezig in dit proces waren PVV, SP, PvdD, BBB, Denk, FVD en NSC, die ervoor kozen hun plannen niet door het CPB te laten analyseren.

Vanuit het public affairs perspectief staat het belang van de doorrekeningen niet ter discussie. Ze bieden een waardevol inkijkje in specifieke maatregelen die partijen willen nemen die niet in hun verkiezingsprogramma’s staan. Dit zijn vaak beleidsvoorstellen die te specifiek zijn voor een verkiezingsprogramma, of weinig relevant zijn voor kiezers (de doelgroep van een programma) maar een grote impact kunnen hebben op een organisatie, sector of branche. Meestal zijn deze maatregelen opgenomen als dekking voor andere politieke plannen, zoals een verhoging van een belasting. Zo gaan de verkiezingsprogramma’s van VVD, CDA, CU en SGP niet in woord over het verhogen van de belastingen voor de goksector, maar willen deze partijen in de doorrekening de kansspelbelasting wel degelijk verhogen om hiermee andere plannen te kunnen financieren.

Ook moeten politieke partijen bij de doorrekeningen concrete budgettaire duidelijkheid geven over de vaak vaag omschreven plannen uit het programma. Dit levert waardevolle inzichten op die anders onduidelijk blijven. Neem ontwikkelingssamenwerking als voorbeeld. Het VVD-programma gaf aan dat de partij prioriteit wil geven aan ontwikkelingssamenwerking en wil breken met goedbedoelde, maar weinig effectieve projecten. Uit de doorrekening blijkt vervolgens dat ze hier maar liefst 5,3 miljard op willen bezuinigen. Of neem het D66-voornemen om ‘extra te investeren in de Rechtspraak’. Uit de doorrekening blijkt vervolgens dat zij hier 200 miljoen voor willen uittrekken. Tenslotte blijkt dat het VVD-voornemen – om ervoor te zorgen ‘dat het financieel blijft lonen om elektrisch te rijden’ – wordt geconcretiseerd door het verlagen van de motorrijtuigenbelasting voor emissievrije voertuigen met 40%.

De doorrekeningen bieden dus waardevolle informatie voor organisaties bij de volgende stappen in hun public affairs strategie, bijvoorbeeld in verkiezingsdebatten, bij een werkbezoek van een Kamerlid na de verkiezingen of bij het beïnvloeden van de kabinetsformatie. Vanuit dit oogpunt is het daarom te hopen dat politieke partijen deze traditie weer in ere herstellen, of tenminste een flinke financiële paragraaf bij hun verkiezingsprogramma opnemen. Dit biedt niet alleen de public affairs professional duidelijkheid, maar ook de burger bij het uitbrengen van hun stem.

Debattaal: driemaal is scheepsrecht

Debattaal: driemaal is scheepsrecht

Het is verkiezingstijd en dus regent het verkiezingsdebatten. Met nog twee weken te gaan tot miljoenen rode potloodjes de koers van het land hertekenen, proberen kandidaten van alle partijen zoveel mogelijk kiezers voor zich te winnen. Elk verkiezingsdebat is dan ook een uitdagende, maar noodzakelijke drempel op de route naar de Tweede Kamer. Veel van de woorden die politici tijdens zo’n debat uitspreken, worden dan ook tot in de late uurtjes ingestudeerd. En dat is te horen, althans, voor de attente luisteraar en kijker van zo’n verkiezingsdebat. 

Overal worden gelijkaardige communicatiemethoden toegepast om kernboodschappen zo te brengen dat ze blijven hangen in het geheugen van de kiezer. Zo ook tijdens het NPO Radio 1-verkiezingsdebat van vorige week, een soort cocktail aan mini-debatjes in één radio-uitzending. Ofwel, politiek speeddaten voor lijsttrekkers. 

Tijdens de diverse debatten werd duidelijk dat onder meer Rob Jetten (D66), Lilian Marijnissen (SP) en Frans Timmermans (GroenLinks-PvdA) meer gemeen hebben dan alleen een voorliefde voor het woord ‘bestaanszekerheid’. De drie lijsttrekkers lieten op verschillende momenten zien dat ze de impact beseffen van een goed getimede, verbale drieslag. Retorisch gezien doet een setje van drie het meestal goed, weten politici. 

Lilian Marijnissen paste de drieslag als eerste toe, toen ze aan tafel zat met Jetten en CDA-leider Henri Bontenbal. De SP-leider deed haar beklag over drie SP-moties waar andere partijen tegen hadden gestemd: (1) de zorg dichtbij, (2) het verlagen van de huurprijzen en (3) het verhogen van het minimumloon. 

Rob Jetten verdedigde het stemgedrag van zijn D66 door te vertellen wat zijn partij de afgelopen jaren wel had gedaan en ook hij koos – uiteraard – voor drie voorbeelden. ‘We hebben de afgelopen periode (1) het minimumloon al met tien procent verhoogd, (2) salarissen voor leraren verbeterd en (3) de salarissen voor verpleegkundigen verbeterd.’ 

Een paar debatten later versterkte ook Frans Timmermans zijn betoog met een toepassing van de regel van drie. De linkse leider wil immers (1) ‘sneller vergroenen’, (2) ‘een alliantie tussen boswachters en boeren’ (mooie alliteratie, trouwens) en (3) zorgen dat de ‘industrie (1) toekomstbestendig, (2) circulair en (3) duurzaam wordt’. 

Uiteindelijk kreeg de attente luisteraar van het NPO Radio 1-debat veel vaker dan drie keer een drieslag te horen. Toeval? Onwaarschijnlijk. Binnen de politieke communicatie wordt vrijwel niets aan het toeval overgelaten. In die context is driemaal scheepsrecht. Of, in goed Nederlands: ‘Good things come in threes.’

Prinsjesdag 2023

Prinsjesdag 2023

Vandaag om 13:15 sprak Koning Willem-Alexander de jaarlijkse Troonrede uit, traditiegetrouw op Prinsjesdag. Dit jaar had de koning opmerkelijk veel aandacht voor onderwerpen die ook in de politiek steeds meer aandacht krijgen, waaronder bestaanszekerheid, stikstof- en natuurbeleid, de economie, maar ook digitalisering en kunstmatige intelligentie. 

Deze en andere onderwerpen hebben elke dag een steeds grotere invloed op burgers, bedrijven en maatschappelijke organisaties. Die invloed wordt nog concreter door de financiële en economische besluiten van de Rijksoverheid die vandaag officieel bekend worden gemaakt. Iedere burger, elk bedrijf en alle sectoren zullen rekening moeten houden met de politieke gevolgen en kansen die deze Prinsjesdag zal voortbrengen. 

Benieuwd welke kansen en risico’s na vandaag zullen ontstaan voor uw organisatie op het gebied van public affairs? Neem dan gerust even contact met ons op. 

Bij EPPA duiden wij alle lopende en toekomstige politieke ontwikkelingen tot in detail voor onze opdrachtgevers. 

Commissievergaderingen Eerste Kamer nu openbaar

Op dinsdag 10 mei 2022 is een belangrijke stap gezet om de transparantie van de Nederlandse democratie te verhogen. De commissievergaderingen van de Eerste Kamer zijn namelijk vanaf deze datum openbaar.

Hierdoor zijn burgers en organisaties niet langer aangewezen op de beknopte verslaglegging in de zogeheten ‘korte aantekeningen’, maar kunnen zij de senatoren live of digitaal aanschouwen om veel preciezer te horen wat er is gewisseld over de verschillende beleidsonderwerpen. Tot voor kort waren alleen sommige commissievergaderingen, zoals mondelinge overleggen en deskundigenbijeenkomsten, openbaar.

EPPA zet zich in om de toegankelijkheid van de Nederlandse politiek te vergroten. Eerder pleitte senior consultant Nora van Elferen bijvoorbeeld succesvol voor het openstellen van de commissiezalen van de Tweede Kamer.

Betrek burgers bij aanpak virus

door Rob Sebes*

Drie toonaangevende organisaties in het publieke bestel hebben inmiddels het dringende advies aan het kabinet gegeven met burgers in gesprek te gaan wanneer zich een volgende pandemie aandient.

Na het Sociaal en Cultureel Planbureau en de Raad voor Volksgezondheid & Samenleving heeft de Onderzoeksraad voor Veiligheid (OVV) een dergelijke opinie geuit.

‘Anticipeer in een langdurige landelijke crisis op een daling van het maatschappelijk draagvlak en richt de communicatiestrategie daarop in’, aldus de OVV, die onder meer adviseert: ‘Ga met behulp van lokale partijen stelselmatig in gesprek met burgers om hun zorgen, vragen en behoeften een plek te kunnen geven in het crisis- en communicatiebeleid’.

Doorkijkje

Het kabinet heeft – naast het aankondigen van een sterke en snelle versoepeling van de coronamaatregelen – zelf ook niet stil gezeten. Minister Kuipers van VWS stuurde recentelijk een brief naar de Tweede Kamer over onder meer een ‘doorkijk lange termijn’. Er komt op allerlei terreinen verbetering van de aanpak.

Op een cruciaal punt – de acceptatie en het naleven van virusmaatregelen – schiet het schrijven van de bewindsman tekort. Alsof er geen stevige demonstraties op straat zijn geweest. Alsof de horeca geen actie heeft gevoerd. Alsof Onverdeeld Open niet in hoog tempo grote aantallen handtekeningen heeft verzameld.

De bewindsman stelt dat sociaal-maatschappelijke en economische continuïteit/vitaliteit en de toegankelijkheid van de gehele zorgketen voor iedereen ‘de gelijkwaardige en nevengeschikte’ nieuwe doelen zijn.

Naast allerlei medische en zorg gerelateerde stappen om deze doelen te bereiken, kondigt Kuipers ook een reeks gesprekken aan met sectoren, gemeenten, verschillende doelgroepen in de samenleving en uitvoerende organisaties. Het kabinet ‘hecht eraan om eventuele maatregelen in dialoog met sectoren vorm te geven’.

‘Samen verder, leven met het virus’

Dat zijn winstpunten. Ook wijdt de minister een paragraaf aan communicatie. ‘Samen verder, leven met het virus’ wordt het adagium. Let vooral op de plek waar de komma staat. We gaan samen verder maar moeten leren leven met het virus.

Dat gaat op de lange termijn het leven van iedereen beïnvloeden. Dan zijn acceptatie en het naleven van maatregelen essentieel. Het gaat dan om gedragsverandering en het handhaven van gewenst gedrag. Dat zijn met stip de moeilijkst te bereiken doelen van communicatie.

Ondanks een verschuiving van crisiscommunicatie naar ‘samenlevingscommunicatie’, zoals Kuipers meldt, grijpt het kabinet terug op de klassieke zendingsdrang van de rijksoverheid. Kuipers strooit met open deuren als ‘heldere verwoording, het bieden van toepasbare handelingsperspectieven en gedragsadviezen en het bieden van duidelijke en toegankelijke informatie over de ontwikkeling van het virus’.

Als het daarbij blijft, zullen acceptatie en naleving van virusmaatregelen uit het zicht blijven. Kortom, zoals eerder door ondergetekende betoogd, het kabinet ontkomt er niet aan qua communicatie een strategische keuze te maken die veel verder reikt dan de recente Kamerbrief.

*Rob Sebes, partner en communicatiestrateeg adviesbureau EPPA, Den Haag
Auteur De Woordvoerder, handboek voor een professioneel mediabeleid