EPPA start intervisiegroep Gemeentebelangen

De gevolgen van de decentralisatie, de almaar groter wordende financiële problemen van gemeenten, de (naweeën van de) coronacrisis én de naderende Tweede Kamer verkiezingen onderstrepen de noodzaak van gemeentelijke lobby of public affairs in Den Haag.

EPPA heeft de stand van deze lobby onderzocht onder een doorsnee van de gemeenten; van klein tot heel groot en verdeeld over vrijwel het gehele land.

Uit het onderzoek van EPPA kwam een aantal interessante conclusies en aanbevelingen naar voren. Zo blijkt dat maar liefst 85% van de gemeenten lobby (zeer) belangrijk vindt. Tegelijkertijd mist 59% van respondenten concrete, SMART gemaakte speerpunten voor de lobby. Zo’n 62% heeft of besteedt naar eigen zeggen te weinig tijd wanneer het op contacten met landelijke politici aankomt. Ook worden de partijlijnen van wethouders te weinig benut.

In de respons benadrukten de deelnemers ook het nut van kennisdeling tussen gemeenten. Niet alle gemeentelijke PA-adviseurs beschikken over PA-ervaring of collega’s waarmee ze intern kunnen sparren. Kennisdeling draagt bij aan een grotere effectiviteit en het realiseren van gemeentelijke speerpunten. Daarom start EPPA voor ambtenaren die lobby in hun portefeuille hebben een intervisiegroep Gemeentebelangen.

Het nut van intervisie

Intervisie is een georganiseerd gesprek tussen mensen die werkzaam zijn in hetzelfde vakgebied. Onderwerp van gesprek zijn de verrichte en nog te verrichten werkzaamheden en de daaraan gerelateerde uitdagingen voor en problemen van de deelnemers. Het doel van intervisie is dat de deskundigheid van de betrokkenen wordt vergroot, werkprocessen beter verlopen en de kwaliteit van het werk verbetert.

Hoe werkt het?

EPPA organiseert vijf keer per jaar een (digitale) intervisiebijeenkomst. De intervisie vindt plaats in groepen van vijf of zes gemeentelijke PA-adviseurs. In elke sessie staat een uitdaging van één van de deelnemers centraal. Hierover gaan alle deelnemers in gesprek en komen leer- en ervaringspunten naar voren. Daarnaast organiseren we in elke sessie een gedeelte voor actuele kwesties. Deelnemers die een jaar lang in alle sessies aanwezig zijn, ontvangen een certificaat van deelname.

EPPA organiseert de intervisiegroep, bereidt deze voor, waakt over de voortgang en voert het secretariaat. Daarnaast is steeds één van onze senior adviseurs die betrokken waren bij de enquête en die veel ervaring hebben met lobby in de publieke sector beschikbaar om mee te sparren.

Over EPPA

EPPA is een toonaangevend strategisch adviesbureau op het gebied van public affairs en communicatie. Al meer dan veertig jaar adviseren wij onze opdrachtgevers op de achtergrond hoe ze hun belangen effectief kunnen behartigen. Onze kernwaarden zijn betrouwbaarheid, maatwerk en effectiviteit.

De veertien adviseurs van EPPA beschikken over de juiste kennis en ervaring om de politieke en bestuurlijke situatie en ontwikkelingen op de juiste waarde in te schatten en bestuurders en ambtenaren hierover te adviseren. Wij adviseren over uw contacten met de politiek op basis van een uitgebalanceerde en geïntegreerde aanpak van public affairs en strategische communicatie.

Belangrijk kenmerk van EPPA is bovendien dat onze adviseurs actief klankborden binnen het eigen kantoor en team. Onze adviseurs hebben daardoor een goede ‘thuisbasis’ die ten voordele komt aan de dienstverlening aan de opdrachtgever.

Van oudsher is EPPA goed thuis in de publieke sector. Zo werken wij onder meer voor diverse koepel- en belangenorganisaties in de publieke sector, verscheidene individuele gemeenten, provincies en diverse regionale samenwerkingsverbanden. Onze medewerkers hebben hart voor de politiek en de publieke zaak. EPPA onderschrijft de gedragscode van de Beroepsvereniging Public Affairs (BVPA).

Voor meer informatie over de opzet van de intervisie en de tarieven voor deelname aan de serie van vijf intervisiebijeenkomsten van EPPA kunt u contact opnemen met:

René Rouwette, senior adviseur EPPA: rene.rouwette@eppa.nl, m. 06 – 42 92 15 47

Rob Sebes, partner EPPA: rob.sebes@eppa.nl, m. 06 – 53 54 77 05

Lobby belangrijk voor gemeenten, maar lang niet altijd goed belegd

door René Rouwette en Rob Sebes*

Gemeenten, van klein tot heel groot, hechten veel waarde aan een eigen lobby richting parlement en kabinet in Den Haag. Maar veel gemeenten worstelen met het kiezen van speerpunten in de lobby, het leggen van contacten met landelijke politici en de interne organisatie van de lobby.

Dat blijkt uit nieuw onderzoek van EPPA, het in Den Haag gevestigde adviesbureau voor public affairs en strategische communicatie. Aan het onderzoek namen 34 kleine, middelgrote en grote gemeenten verspreid over heel Nederland deel. De enquête voegt een nieuwe dimensie toe aan bestaand (wetenschappelijk) onderzoek en zoomt in op de praktische situatie van de lobby, zoals capaciteit, tijdbesteding en de plek waar lobby bij gemeenten is ondergebracht.

Een ruime meerderheid van de gemeenten, namelijk 85%, vindt lobby belangrijk tot zeer belangrijk. Deze mate van importantie geldt voor gemeenten ongeacht hun grootte. Tegelijkertijd mist 59% van de respondenten concrete speerpunten voor de lobby volgens het SMART-principe (specifiek, meetbaar, acceptabel, realistisch en tijdgebonden).

Een veelgenoemde reden hiervoor is dat ‘er nog veel in ontwikkeling is’. Verder melden gemeenten dat er wel SMART subdoelen zijn of dat de lobby-speerpunten weliswaar van belang zijn, maar in de praktijk van alledag niet voldoende prioriteit krijgen. Een aantal respondenten benadrukt dat de actualiteiten en politieke situaties leidend zijn, waardoor het maken van SMART lobbydoelen onmogelijk of onhandig is.

Te weinig tijd

Belangrijke lobby-onderwerpen die door gemeenten worden genoemd zijn energie en duurzaamheid (20%), wonen en ruimtelijke ordening (16,5%), infrastructuur (eveneens 16,5%) en sociaal domein (12,9%).

Het belang van lobby neemt toe door de gemeentelijke kosten van de decentralisatie, de almaar groter wordende financiële problemen van gemeenten, de (naweeën van de) coronacrisis én de naderende Tweede Kamer verkiezingen.

Toch heeft of besteedt 62% naar eigen zeggen te weinig tijd – namelijk zo’n 11% van de totale tijd – wanneer het op contacten met landelijke politici aankomt. Er ligt veel focus op intern overleg en het verkrijgen van draagvlak voor de lobby binnen de gemeente.

Ook worden de partijlijnen van wethouders richting het Binnenhof te weinig benut. Een minderheid van de deelnemende gemeenten (44%) had op het moment van het onderzoek contact opgenomen met de programmacommissies voor de Tweede Kamer verkiezingen in maart 2021.

Veel verschil in ‘huisvesting’ lobby

De ‘huisvesting’ van de lobby kent een grote verscheidenheid. Een kleine meerderheid (53%) – vooral bestaande uit middelgrote en grote gemeenten – heeft een eigen public affairs unit. De plek waar deze unit is ondergebracht, varieert nogal. Gemeenten noemen de afdelingen strategie, beleid, communicatie en juridische zaken. De units bestaan uit 0,2 tot acht fte’s gericht op Den Haag. Daarnaast hebben sommige gemeenten nog capaciteit richting Brussel, andere landen of de grensregio.

Tweederde van de gemeenten van onder de 50.000 inwoners ontbeert een eigen public affairs unit. Deze gemeenten onderschrijven weliswaar de noodzaak van Haagse lobby, maar komen er in veel gevallen niet aan toe of hebben onvoldoende financiële middelen voor uitbreiding van het personeelsbestand. Wel zetten deze gemeenten vaak fors in op de belangenbehartiging in de regio via hun colleges van B&W en uiteenlopende beleidsambtenaren.

Aanbevelingen

Op grond van de onderzoeksresultaten en in samenspraak met een vijftiental lobbyisten van de deelnemende gemeenten heeft EPPA tien aanbevelingen opgesteld. Zo dienen gemeenten duidelijke en concrete, SMART gemaakte lobby-prioriteiten te hebben.

De gemeentelijke lobbyist doet er goed aan meer tijd ‘buiten’ te spenderen. Samenwerking en onderlinge kennisdeling tussen gemeenten zijn essentieel voor een goede lobby en de gemeente dient lobbykennis binnenboord te halen. Tot slot: op de belangrijkste lobby-onderwerpen moeten wethouders hun partijlijn richting het Binnenhof beter benutten.

*René Rouwette was senior adviseur bij EPPA en Rob Sebes is partner van EPPA

De enquête werd uitgevoerd en geanalyseerd door Lisa Dubbeldam, destijds researcher bij EPPA

Coronavirus vereist strategische communicatie in optima forma

door Bart Jochems en Rob Sebes*

De onderzoekers van DVJ Insights die samen met Logeion de impact van het coronavirus op het communicatievak hebben onderzocht, noemen het ‘opvallend’ dat communicatieprofessionals op dit moment ‘vrij weinig behoefte’ aan strategische communicatie lijken te hebben.

Het is begrijpelijk dat de onderzoekers het, vanuit hun optiek, voorzichtig brengen. Maar als er inderdaad weinig behoefte is aan strategische communicatie, zou hier een andere kwalificatie meer op zijn plaats zijn: ‘onverstandig’.

Het is logisch dat communicatieprofessionals nu in de ban zijn van ‘interne communicatie en crisiscommunicatie’, zoals de onderzoekers eveneens concluderen. Er moet snel worden gehandeld, praktisch en gericht op de noden van de dag. Maar met ‘hap-snap’ zijn we er niet. Een meeromvattende aanpak ofwel strategische communicatie met een duidelijk programma en een agenda voor de langere termijn is nu hard nodig.

Dat gaat verder dan alleen interne communicatie en crisiscommunicatie; alle andere vormen van communicatie, zoals doelgroepencommunicatie, perscommunicatie, issue- en stakeholdermanagement en de inzet van social media moeten daarbij worden betrokken.

Alles uit de kast halen

Juist in de huidige coronatijd en ook in het post-corona tijdperk moeten overheden, branche- en beroepsorganisaties, maatschappelijke organisaties, publiek-private samenwerkingsverbanden en bedrijven alles uit de kast halen om hun strategische communicatie en alle hierbij horende communicatiedisciplines op orde te hebben en in te zetten. Dat is nu niet het geval, omdat de waan van de dag nog regeert.

De komende maanden, misschien jaren moeten de gevolgen van het coronavirus op de maatschappij worden geduid. Het land moet worden meegenomen naar een nieuwe periode die linksom of rechtsom veel zal betekenen voor hoe we met elkaar omgaan, hoe bedrijven opereren, hoe overheden acteren.

Verschillende niveaus

De strategische communicatie dient zich op een aantal verschillende niveaus te richten.

Landelijk, om de grote lijnen te blijven laten zien, te duiden en steun voor maatregelen te behouden bij de inwoners. Hier is een centrale rol weggelegd voor de rijksoverheid. Helaas is dat bij de mondkapjes en de corona-app bepaald niet vlekkeloos gegaan, maar daar valt lering uit te trekken.

Per branche of beroepsgroep, om specifiek aan te geven wat daar gaande is en waarom. Regionaal en lokaal, om aan te geven wat er ‘om de hoek’ gebeurt. Hier moeten provincies, gemeenten en misschien ook wel waterschappen aan de bak.

Uiteindelijk ook op individueel niveau, om de vraag van inwoners, consumenten, werknemers en andere individuen te kunnen beantwoorden: wat betekent dit voor mij en mijn directe omgeving? Dat zal een gemeenschappelijke taak van overheid, bedrijfsleven en bijvoorbeeld ook vakbonden, ofwel ‘de polder’, zijn.

Hoe gaan ‘we’ het doen?

De begrijpelijke vraag die naar voren komt, is: stel dat ‘we’ inderdaad op alle vereiste niveaus de optimale strategische communicatie willen, hoe gaan we dat doen?

Het beantwoorden van het ‘hoe’ is typisch een taak voor de communicatieprofessionals. Het antwoord is geen eenheidsworst, maar wordt gevonden in een professionele zoektocht die tot maatwerk moet leiden. Daarnaast zullen vragen moeten worden beantwoord over het scheppen van randvoorwaarden, zoals de financiering.

Op dit laatste punt is zeer waarschijnlijk een belangrijke rol weggelegd voor het rijk. Naast alle (terechte) miljarden voor steunmaatregelen, zou het kabinet ook een bedrag kunnen uittrekken voor een door overheid, bedrijfsleven en maatschappelijke organisaties gevoerde communicatie in optima forma.

Naast de verpleegkundigen, artsen, vervoerders en anderen die door het kabinet als ‘cruciaal’ werden aangemerkt, kwamen ook media en communicatieadviseurs op het lijstje voor. Denkkracht daar genoeg. Maar misschien ook tijd om er geld bij te leggen?

*Bart Jochems is als senior adviseur verbonden aan adviesbureau voor public affairs en strategische communicatie EPPA in Den Haag. Rob Sebes is partner van EPPA.

Bart Jochems senior adviseur bij EPPA

Bart Jochems (1961) is vanaf mei 2020 als geassocieerd senior verbonden aan EPPA.

Na dertien jaar (mede) leiding te hebben gegeven aan communicatie- en lobbybureau Smart&Able (eerder: ‘Marlot Communicatie’) begon hij in januari 2020 voor zichzelf.

EPPA heeft met de zeer ervaren Jochems als geassocieerd adviseur voor haar opdrachtgevers een nóg steviger aanbod op de terreinen strategische (crisis)communicatie, woordvoering en (media- en presentatie-) training.

Jochems is voormalig journalist (Gemeenschappelijke Pers Dienst, RTL Nieuws, NOS Journaal) en woordvoerder (AEGON Nederland, ministerie van Buitenlandse Zaken).

Bart stond en staat klanten uit overheid en bedrijfsleven bij in corporate communicatie en lobby. Politici, Raden van Bestuur, CEO’s en communicatieafdelingen schakelen hem ook in voor media- en presentatietrainingen.

Op interim- of detacheringsbasis wordt Jochems als directeur communicatie of woordvoerder voor publieke en semipublieke instellingen ingehuurd.

Gratis hulp bij plannen 1,5 meter economie

Het kabinet heeft alle branche- en beroepsverenigingen in Nederland opgeroepen om een plan te maken voor de anderhalvemetereconomie. Alleen dan kunnen deze wat het kabinet betreft op termijn weer de deuren openen, of de deuren open houden. EPPA volgt alle ontwikkelingen in politiek Den Haag nauwgezet en stelt die kennis ter beschikking. Onder het motto ‘Change tomorrow, start today’ levert EPPA graag een bijdrage aan de slimme open-up en de post-Corona samenleving. Dat doen wij vanuit de gedachte dat er slimme oplossingen zijn die bijdragen aan het realiseren van zowel economische als gezondheidsdoelstellingen.

Advies aan beroeps- en brancheverenigingen
Op basis van de door EPPA verzamelde politieke en beleidsmatige informatie,  bieden we alle beroeps- en brancheverenigingen gratis externe feedback om een goede vertaalslag te maken naar publieksbeleid. Zo kan uw plan politiek en beleidsmatig beter landen. Elke week kunnen wij vier brancheverenigingen eenmalig adviseren. U hoort van ons op korte termijn welke adviseur beschikbaar is en daarna krijgt u binnen 24 uur inhoudelijk reactie.

Kennisbank 1,5 meter economie
In onze databank 1,5 meter economie op onze website plaatsen we definitieve, voor openbaarheid beschikbare plannen van sectoren voor de anderhalvemetereconomie. Door kennis te delen hopen we bij te dragen aan slimme en/of gezamenlijke oplossingen. We vragen u om definitieve plannen met ons te delen om daarmee ook anderen te inspireren.

Webinar 1,5 meter economie
EPPA organiseert een serie praktische webinars over politiek-bestuurlijke veranderingen als gevolg van de COVID-19 maatregelen van de overheid. Denk voor het eerste webinar aan vragen als “hoe houdt mijn organisatie grip op belangenbehartiging”, “hoe houdt of krijgt mijn organisatie de juiste politieke en ambtelijke aandacht”, maar ook “is er wat veranderd in wetgevings- en/of adviesprocedures”, “wat verandert er thematisch e/o organisatorisch binnen de Tweede Kamer-commissies?” Stuur uw vragen en/of blijk van interesse naar 1.5meter@eppa.nl.

EPPA en het coronavirus

De adviseurs van EPPA volgen de richtlijnen van de overheid omtrent het coronavirus op en werken gedurende de voorgeschreven periode niet vanuit kantoor, maar vanuit huis.

Zoals onze opdrachtgevers van ons gewend zijn, gaan onze werkzaamheden volop door. Wij blijven de politieke monitoring op de voet volgen en onze opdrachtgevers daarover met de gebruikelijke snelheid en relevantie informeren.

Ook staan wij klaar om onze klanten te adviseren over strategische en tactische aspecten op het gebied van (digitale) public affairs, (media-) communicatie en in voorkomende gevallen crisiscommunicatie. Uiteraard gaan ook de uitvoerende werkzaamheden die wij voor onze opdrachtgevers op de genoemde terreinen uitvoeren, op dezelfde wijze door.

Wat de politieke monitoring betreft, zijn wij afhankelijk van de situatie op het Binnenhof.

Tweede Kamer
Kort gezegd zijn in de Tweede Kamer alle oorspronkelijk geagendeerde debatten, zowel in commissieverband als in de plenaire zaal, tot nader order uitgesteld, inclusief het wekelijkse mondelinge vragenuur en in beginsel ook de stemmingen. De Tweede Kamer vergadert momenteel alleen over het coronavirus. Vooralsnog gelden de maatregelen tot 6 april 2020.

Wel heeft de voorzitter van de Tweede Kamer aangegeven dat de Kamer invulling blijft geven aan haar controlerende taak en dat het parlementaire proces doorgaat. Kamerleden kunnen schriftelijke vragen aan de regering stellen en schriftelijke commissie-overleggen voeren.

Eerste Kamer
De vergaderingen in de Eerste Kamer (plenair en in commissieverband) zijn opgeschort tot 31 maart 2020. Besluiten die de vaste Kamercommissies eerder hebben genomen over het leveren van inbreng (vragen stellen aan de regering per brief) zullen worden uitgevoerd. Alle onderwerpen die nog besluitvorming van de commissies vergen, zullen vooralsnog worden hervat op dinsdag 31 maart 2020.

Wij houden onze opdrachtgevers op de hoogte van eventuele nieuwe besluitvorming in beide Kamers en ook vanuit het kabinet en de ministeries over de gang van zaken in het parlementaire, bestuurlijke en politieke verkeer.

Bereikbaarheid adviseurs EPPA
De adviseurs van EPPA zijn en blijven bereikbaar via ons kantoornummer 070 – 315 34 44 en via de gebruikelijke 06-nummers en email-adressen. Qua aanwezigheid op kantoor en andere (fysieke) maatregelen blijven wij de richtlijnen van de overheid volgen.

EPPA maakt benoeming bijzonder hoogleraar public affairs mede mogelijk

EPPA hecht er waarde aan dat het Public Affairs vak vanuit een wetenschappelijke invalshoek benaderd wordt. Daarom heeft EPPA besloten om het initiatief van de Beroepsvereniging voor Public Affairs (BVPA) om een bijzonder hoogleraar public affairs aan te stellen mede mogelijk te maken.

Bijgevoegd het persbericht van de BVPA:

Arco Timmermans bijzonder hoogleraar public affairs Universiteit Leiden- Campus Den Haag

Den Haag, 26 augustus 2013 – Dr. Arco Timmermans start per 1 september 2013 als bijzonder hoogleraar public affairs aan de Campus Den Haag van de Universiteit Leiden. Timmermans zal onderzoek verrichten naar de rol en betekenis van belangenbehartiging in Nederland. De instelling van de leerstoel is een initiatief van de Beroepsvereniging voor Public Affairs (BVPA) en betekent een primeur voor wetenschappelijk onderzoek naar het groeiende vakgebied van public affairs in Nederland.

Wetenschappelijke basis voor belangenbehartiging en public affairs
Als bijzonder hoogleraar gaat Arco Timmermans zich richten op het speelveld van de belangenbehartiging in Nederland. Timmermans: “Vragen die leven zijn onder andere: Hoe ziet dit speelveld eruit? Welke belangen worden vertegenwoordigd, welke zijn minder zichtbaar? Hoe effectief zijn lobbyende organisaties, wat bepaalt hun succes en hoe bouwen zij aan hun reputatie? Deze vragen zal ik gaan onderzoeken de komende tijd.” Marcel Halma, voorzitter van de BVPA noemt de instelling van de hoogleraar een belangrijke mijlpaal. “We vinden het als beroepsgroep van belang dat er meer structureel wetenschappelijk onderzoek naar belangenbehartiging en public affairs in Nederland plaatsvindt, daar gaat deze bijzonder leerstoel in voorzien”, aldus Halma.

De aanstelling van Timmermans is voor een periode van 3 jaar. Arco Timmermans is politicoloog en promoveerde aan het Europees Universitair Instituut in Florence. Hij werkt sinds 2007 bij het Instituut Bestuurskunde van de Universiteit Leiden- Campus Den Haag en is daarnaast sinds 2009 onderzoeksdirecteur van het Montesquieu Instituut in Den Haag.

Over de Universiteit Leiden/ Campus Den Haag
Campus Den Haag is een van de 7 faculteiten van de Universiteit Leiden. Op deze faculteit houdt men zich in onderwijs en onderzoek bezig met hedendaagse vraagstukken op het snijvlak van politiek, bestuur en internationaal recht. Studenten kunnen de bachelor-studies Bestuurskunde, International Studies, Leiden University College en diverse master-opleidingen volgen. Tevens wordt een groot aantal opleidingen voor professionals aangeboden door het Centre for Professional Learning (CPL). Dr. Arco Timmermans zal in dit verband onder meer onderwijs verzorgen binnen de sinds 2005 bestaande opleiding Public Affairs.

Over het initiatief van de BVPA
De BVPA streeft ernaar de professionaliteit van haar leden te versterken door hen kennis, vaardigheden en informatie aan te bieden over Public Affairs gerelateerde ontwikkelingen. De benoeming van de bijzonder hoogleraar public affairs past in deze doelstelling. De BVPA is initiatiefnemer en is samen met verzekeraar Achmea en de communicatie- en publicaffairsadviesbureaus Dröge & van Drimmelen, EPPA en FleishmanHillard financier van de Stichting Leerstoel Public Affairs die de hoogleraar heeft aangesteld.