Dag van het Bestuur

Op 20 maart was onze senior adviseur Renate van Leeuwen aanwezig bij de Dag van het Bestuur in Leiden. Het ministerie van BZK presenteerde namelijk De Staat van het Bestuur 2022. Ook werd de geactualiseerde versie van de Code Interbestuurlijke verhoudingen ondertekend door minister Hanke Bruins Slot, het IPO, de VNG en de Unie van Waterschappen. Het overkoepelende thema van de dag was Vertrouwen. Vertrouwen van de burger in de overheid en vice versa, maar ook het vertrouwen tussen de verschillende bestuurslagen.

Er was volop ruimte voor verdieping, ontmoeting en het uitwisselen van ervaringen. Gedurende de dag waren er verschillende interessante sprekers, verdiepingscolleges en werkbezoeken. Zo sprak hoogleraar Katrien Termeer van Wageningen University Research (WUR) over ‘positieve bestuurskunde’ en de vereiste cultuurverandering naar een meer nederig, gezagwaardig en betekenisvol bestuur. Theo Schuyt, hoogleraar Filantropie aan de VU, benadrukte het belang van het maatschappelijk initiatief en pleitte voor een decentrale overheid die uitgaat van vertrouwen en gelijkwaardigheid bij de samenwerking met maatschappelijke initiatieven. Dat zorgt voor nóg beter resultaat. Het belang van vrijwilligers werd ook weer eens duidelijk: ruim de helft van de Nederlanders doet vrijwilligerswerk. Goed voor ruim 550.000 voltijdsbanen.

Ook de vele opgaven waar bestuurders voor staan kwamen aan bod: van woningbouw tot asiel tot bodemdaling tot (stedelijke) vernieuwing.

Kortom: een inspirerende dag!

EPPA zoekt een Adviseur Public Affairs

Is politiek jouw grote passie, ben jij breed ontwikkeld, ambitieus en beschik je over strategisch inzicht? Stuur dan direct een brief, want we willen meer van jou weten!

Wegens groei en uitbreiding van onze werkzaamheden zijn wij op zoek naar een Adviseur Public Affairs om ons bureau te versterken.

 

Wat houdt de functie in?

Als adviseur informeer je jouw klanten over politieke ontwikkelingen, beantwoord je hun vragen en ondersteun je – zelfstandig en in samenwerking met een partner of senior adviseur – de opdrachtgevers bij hun lobbystrategie- en activiteiten. Je volgt politieke ontwikkelingen, signaleert veranderingen in het krachtenveld, analyseert en adviseert opdrachtgevers gevraagd en ongevraagd over kansen en risico’s met betrekking tot de lobbystrategie- en activiteiten.

Werkzaamheden

  • Analyseren van politieke, bestuurlijke en maatschappelijke ontwikkelingen vanuit het belang van opdrachtgevers en het volgen van parlementaire vergaderingen en overleggen
  • Informeren van opdrachtgevers middels de politieke monitor
  • Adviseren en ondersteunen van opdrachtgevers bij alle aspecten van public affairs: van het opstellen van een lobbystrategie, het organiseren van een werkbezoek voor Kamerleden tot het schrijven of redigeren van position papers en andere adviesnotities
  • Bijhouden en opstellen van PA-dossiers voor opdrachtgevers
  • Geven van cursussen, workshops en trainingen

Wat breng je mee?

  • Je hebt WO werk- en denkniveau
  • Kennis en ervaring (minstens 2 jaar werkervaring) op het gebied van public affairs, politiek en overheid, strategie en/of lobbyadvisering (bijv. aan bureauzijde, als beleidsmedewerker of bij een politieke fractie e.d.);
  • (Diepgaande) kennis over de werking van de Haagse beleidsvormende en wetgevende processen;
  • Goed gevoel voor politieke en organisatorische verhoudingen (omgevingsbewust) en een brede algemene ontwikkeling
  • Je hebt een goede beheersing van de Nederlandse en Engelse taal;
  • Je bent initiatiefrijk, stressbestendig en verantwoordelijk en werkt gestructureerd en zelfstandig;
  • Je vindt het leuk om je in een veelvoud van onderwerpen te verdiepen en kan strategie en inhoud van elkaar scheiden
  • Je hebt een ondernemende en sociale instelling met uitstekende communicatieve en netwerkvaardigheden in zowel formele als informele setting

Wie zijn wij?

EPPA is een adviesbureau op het gebied van public affairs en is gevestigd in Den Haag. Wij adviseren en ondersteunen onze opdrachtgevers bij het bereiken van hun public affairs- en communicatiedoelstellingen. Onze opdrachtgevers zijn zowel qua sector als organisatie divers: van beursgenoteerde bedrijven, brancheorganisaties en ngo’s tot kleine ondernemingen en (semi-)overheden. EPPA begeleidt de belangenbehartiging richting Tweede en Eerste Kamer, ministeries en decentrale overheden. Tevens zet EPPA (online) communicatiestrategieën op en voert deze uit.

Het EPPA-team bevat de expertise en de deskundigheid om het proces van besluitvorming in de voor opdrachtgevers gewenste richting te beïnvloeden. We zijn een leuke club professionals die hard werkt en daarnaast tijd maakt voor gezelligheid. Die sfeer vinden wij belangrijk in ons bedrijf.

Wat bieden wij?

  • Een uitdagende functie met een dienstverband van 40 uur per week
  • Een jaarcontract met uitzicht op een vast dienstverband
  • Een goed salaris en een 13e maand
  • Pensioenregeling
  • Reiskostenvergoeding
  • 25 vakantiedagen op basis van een fulltime dienstverband en daarnaast op rustige dagen extra verlof
  • Een abonnement op de sportschool bij de werklocatie
  • Lidmaatschap van BVPA en Nieuwspoort
  • Een aantrekkelijke, collegiale werksfeer, met samen lunchen, kantoorfruit en gezellige borrels op Plein
  • Een prachtige werkplek op een toplocatie in Den Haag
  • Mogelijkheid om desgewenst hybride op kantoor en thuis te werken

Solliciteren

We ontvangen je motivatiebrief en CV graag uiterlijk 23 april 2023. Je kunt de brief richten aan en sturen naar Renate van Leeuwen (renate.vanleeuwen@eppa.nl), senior adviseur bij EPPA. Bij vragen over de vacature of het proces kun je haar mailen of telefonisch spreken via (070) 315 34 44.

Gesprekken vinden reeds plaats gedurende de openstelling van de vacature. Bij het vinden van een geschikte kandidaat sluiten wij de vacature voortijdig.

Winnaars in de media

De verkiezingsuitslagen van vorige week hebben gezorgd voor serieuze opschudding in Den Haag en in de landelijke pers. De stembusgang leverde duidelijke winnaars en verliezers op. Opmerkelijk genoeg kozen niet alle landelijke media ervoor om de grootste winnaar – de BoerBurgerBeweging (BBB) – centraal te stellen.

Wie de ochtend na de verkiezingen de tijd nam om naar een fysieke krantenkiosk te kijken, zag op vrijwel elke voorpagina BBB-leider Caroline van der Plas. Echter, wie die ochtend de edities van De Telegraaf en De Volkskrant naast elkaar zag liggen, zag ook dat niet elk medium de aandacht evenredig verdeelde tussen politieke partijen. Het contrast tussen die twee kranten kon niet groter zijn. Op de voorpagina van De Telegraaf was een triomfantelijke Caroline van der Plas te zien. De Volkskrant, daarentegen, bracht prominent de leiders van de ‘linkse wolk’ in beeld. Op de voorpagina van die krant stonden Attje Kuiken (PvdA) en Jesse Klaver (GroenLinks) triomfantelijk hun overwinningstaarten te snijden.

Linkse politici hebben kennelijk een grotere kans om op de voorpagina van De Volkskrant te belanden. Daarmee lijkt De Volkskrant eerder de uitzondering te zijn dan de regel: vrijwel elke grote krant besteedde de dag na de verkiezingen meer columns en reportages aan de monsterzege van de BBB. Dat geldt zelfs voor het NRC Handelsblad, dat door journalist en presentator Jort Kelder ooit nog werd neergezet als links bolwerk dat ‘overgenomen was door SP’ers.’

De meeste media besteden nu eenmaal meer aandacht aan winnaars, wat begrijpelijk is. Die aandacht voor de winnaars verklaart dan ook waarom de afgelopen dagen het woord ‘tweestrijd’ in vrijwel geen enkele krant te lezen was. In de dagen vóór de verkiezingen was de tweestrijd tussen de ‘linkse wolk’ en de VVD juist het middelpunt van de media-aandacht. Inmiddels is de aandacht weer aan het verschuiven van de BBB naar de coalitiepartijen, ondanks hun zetelverlies. In verschillende media begint een nog onbeantwoorde vraag dan ook steeds luider te klinken: wat betekent de verkiezingsuitslag voor de stabiliteit van het kabinet Rutte-IV?

De Provinciale Statenverkiezingen: veel meer dan holle slogans

Het is verkiezingstijd en politieke partijen proberen tot op de laatste dag voor de verkiezingen nog kiezers in het stemhokje te krijgen. Om twijfelende kiezers voor zich te winnen, delen politici flyers uit op straat, nemen ze deel aan veelbesproken debatten en verschijnen ze in zoveel mogelijk praatprogramma’s. Echter, het doel van Provinciale Statenverkiezingen lijkt te worden ondergesneeuwd door holle slogans en betekenisloze beloften.

‘Stem ze weg’ en ‘Linksom of Rechtsom’ zijn slechts een paar voorbeelden van slogans die de Provinciale Statenverkiezingen reduceren tot een kijkcijferkanon. Provinciale Statenleden kunnen helemaal geen bewindspersonen ‘wegstemmen’. Daarnaast is het politieke landschap in het polderende Nederland zelden volledig ‘links’ of volledig ‘rechts’. Dergelijke framing van de komende verkiezingen maakt het voor talloze kiezers onduidelijk waar de provincies nu eigenlijk over gaan.

Provincies zijn onder meer verantwoordelijk voor de aanleg en het onderhoud van provinciale wegen, de ruimtelijke ordening binnen de provincie en het toezicht op de waterschappen. Daarnaast kiezen Provinciale Statenleden wie er terechtkomt in de Eerste Kamer. Het belang van de komende verkiezingen is dus te groot om terug te brengen tot simplistische slogans.

Wellicht hebben politieke partijen te weinig geld te besteden om vaker de diepte op te zoeken in deze campagnetijd. De Volkskrant publiceerde deze week een onderzoek waaruit blijkt dat er in totaal ruim vijf keer zoveel geld uitgegeven is aan de landelijke verkiezingscampagne in 2021 dan aan de Provinciale Statenverkiezing van 2019. Toch staan dezelfde thema’s centraal en vallen politici over elkaar heen om aan te geven hoe belangrijk het is om te stemmen. Waarom wordt er dan niet meer uitgegeven? Een succesvolle campagne voeren, kost nu eenmaal geld. Echter, weten wat er werkelijk te kiezen valt, is elke cent waard. De kiezer verdient meer dan holle slogans. De kiezer verdient politieke partijen die ook echt aandacht besteden aan de grote uitdagingen in de provincies.

Het politieke debat: hoe meer, hoe beter

De afgelopen weken werd het politieke nieuws gedomineerd door de ‘tweestrijd’ tussen ‘links’ en ‘rechts’. Na een vernuftige mediastrategie van de VVD lijkt die partij samen met GroenLinks en de PvdA te genieten van toegenomen media-aandacht. Het mag gezegd worden dat die mediastrategie goed is voor de kijkcijfers, maar niet voor de kiezer. Immers, hoe meer verschillende stemmen er gehoord worden, hoe beter.

Het dubbelinterview in De Telegraaf van Mark Rutte en Edith Schippers doopte de Provinciale Statenverkiezingen om tot een politieke tweestrijd. In dat interview werd GroenLinks/PvdA neergezet als de primaire tegenstander van rechts Nederland. Daarnaast zag in dat interview de term ‘linkse wolk’ het licht. Die term namen GroenLinks en de PvdA maar al te graag over, net als de oproep tot een tweestrijd. Ook diverse media, waaronder het publieke televisienetwerk BNNVARA, gingen hierin mee. Hiermee is de mediastrategie van de VVD in ieder geval deels geslaagd.

Helaas is die mediastrategie allesbehalve positief voor de kiezer. Zo verschuift de media-aandacht van de Provinciale Statenverkiezingen naar de VVD en de ‘linkse wolk’. Het aankomende televisiedebat ‘Linksom of Rechtsom’ is hiervan het meest zichtbare voorbeeld. Kiezers van andere partijen voelen zich hierdoor ongehoord en hebben hun onvrede al laten blijken, onder meer in talloze tweets. De tweestrijd maakt van de kiezer een verliezer.

Politieke partijen lijken dan ook onwaarschijnlijk eensgezind in hun pleidooi voor meer vertegenwoordiging in de media. Dat democratische pleidooi komt de informatievoorziening van de kiezer alleen maar ten goede. Wellicht een mooie voorbode voor de toekomst. Het zou tenslotte ook goed zijn voor de kiezer als politieke partijen ook op andere onderwerpen zo snel een consensus zouden kunnen bereiken. Misschien na de volgende verkiezingen.

De kracht van een werkbezoek

Afgelopen vrijdag dook premier Mark Rutte op in Kiev voor een flitsbezoek aan het belegerde Oekraïne. Daar sprak Rutte niet alleen met president Zelensky, maar ook met militairen, hulpverleners en burgers. Ruttes bezoek was een belichaming van de steun die het kabinet betuigt in persconferenties en interviews. Maar ook op landelijk en lokaal niveau zijn werkbezoeken van onschatbare waarde.

Werkbezoeken zijn voor politici een onmisbaar onderdeel van hun werk. Door zelf langs te gaan bij bedrijven en maatschappelijke organisaties, krijgen politici de kans om te zien wat politiek betekent voor ‘de mensen in het veld’. Abstracte politieke realiteiten krijgen op die manier een tastbare vorm. Werkbezoeken zijn overigens geen alternatief voor het dagelijkse werk van een politicus, maar een aanvulling daarop.

De laagdrempelige gespreksvorm die met werkbezoeken gepaard gaat, geldt voor politici vaak ook als welkome afwisseling van de berg papieren die ze in hun kantoor weer opwacht. Ook voor bedrijven, brancheorganisaties en maatschappelijke partijen biedt een werkbezoek de uitgelezen kans om de eigen belangenbehartiging een gezicht te geven en het gesprek aan te gaan met politieke beslissers. Organisaties zetten vaak dan ook alles in het werk om een werkbezoek te faciliteren voor Kamerleden en bewindspersonen.

Bovendien is de (online) mediabelangstelling die zo’n bezoek teweeg kan brengen vaak een prettige bijkomstigheid, zowel voor politici als voor de bezochte organisaties. Een werkbezoek blijft nu eenmaal beter hangen wanneer erover wordt bericht in relevante media, waaronder de pers en de eigen digitale kanalen.

De kracht van een werkbezoek valt dus niet te onderschatten, zeker niet als instrument binnen de public affairs-cyclus waarmee diverse organisaties hun belangenbehartiging effectief kunnen vormgeven. Binnen die cyclus is de formulering van concrete doelen het startpunt. Daarna volgen de informatievergaring en de organisatie ten behoeve van de strategie, gevolgd door de uitvoering die tot meetbare resultaten moet leiden. Een werkbezoek is een concreet uitvoeringsinstrument om die resultaten te realiseren.

Rob Sebes over burgerforum voor klimaatbeleid in dagblad Trouw

EPPA-partner en communicatiestrateeg Rob Sebes schreef vorige week een scherp stuk over het burgerforum voor klimaat- en energiebeleid in Trouw.
In het stuk zet Rob concrete vraagtekens bij de reikwijdte van het burgerforum. Gaan politici daadwerkelijk aan de slag met de adviezen van het burgerforum of belanden ze gewoon in de prullenbak?

Lees de volledige column op de website van Trouw.

 

 

 

Minister voor Langdurige Zorg en Sport: een geopolitieke baan

Conny Helder (VVD), minister voor Langdurige Zorg en Sport, is een bestuurder met decennialange ervaring in de zorg. Een onmisbare troef voor een dergelijke ministerpost. Toch wordt een stevige geopolitieke achtergrond steeds belangrijker voor een sportminister. Zo maakt Helder zich nu al hard voor een boycot van Russische atleten op de Olympische Spelen van volgend jaar, zo blijkt uit een Kamerbrief waarover verschillende media uitvoerig schreven.

Tijdens het meest recente Wereldkampioenschap voetbal vloog de minister – tegen de wens van de Tweede Kamer in – naar het snikhete Qatar om te praten over mensenrechten en om het gasrijke gastland te vriend te houden. Geen klein klusje, vandaar dat de Fransen hun president naar Qatar stuurden en de Amerikanen en Britten hun ministers van Buitenlandse Zaken. Dat het Nederlandse kabinet de minister voor Langdurige Zorg en Sport naar Qatar stuurde, zegt veel over het groeiende geopolitieke takenpakket van de minister.

Even veelzeggend is Helders oproep om geen Russische atleten toe te laten op de volgende Olympische Spelen als gevolg van de oorlog in Oekraïne. Helder deed die oproep vorige week in een brief aan de Tweede Kamer. Hiermee raakt haar ministerpost onlosmakelijk verbonden aan de politieke uitdagingen op het internationale strijdtoneel. En aan dergelijke uitdagingen is de komende jaren geen gebrek.

Naast de Olympische Spelen, zijn de komende twee jaar gevuld met internationale sporttoernooien in onder meer Saoedi-Arabië en China. Die sportevenementen zullen ongetwijfeld maatschappelijke, commerciële en politieke vragen teweegbrengen. Op die vragen heeft de minister voor Langdurige Zorg en Sport hopelijk al een stellig antwoord geformuleerd. Het zal in ieder geval steeds vaker van haar verwacht worden.

2023: Het jaar van de fusie?

Het jaar 2023 is net een maand bezig, maar partijen zijn alweer volop in beweging. Of het nu komt door een gebrek aan kiezers, een gebrek aan wapens of een gebrek aan een marktmacht: fusies zijn aan de orde van de dag.

Zo schreef het NRC Handelsblad uitgebreid over de plannen van de Nederlandse en Duitse landmacht om hun gevechtseenheden samen te voegen. In medialand lag de focus daarnaast op de beoogde fusie van RTL Nederland en Talpa. Maar de meest besproken poging tot fusie van vorige week bestond uit de gezamenlijke partijcongressen van GroenLinks en de PvdA.

De drie pogingen tot samensmelting bleken echter allesbehalve vanzelfsprekend. Een fusie van RTL en Talpa was volgens de ACM onwenselijk, omdat het media-aanbod uiteindelijk veel duurder zou worden voor de consument. De steeds ‘nauwer wordende samenwerking’ tussen Nederlandse en Duitse gevechtseenheden wordt door de landmacht geen ‘fusie’ genoemd, maar een ‘samenwerking van twee volstrekt gelijkwaardige partners, waarbij de soevereiniteit van beide landen vooropstaat.’ Echter, zowel politici als militairen hebben nog vraagtekens bij de precieze grenzen van die ‘soevereiniteit’. Vragen over zelfbeschikking waren ook te horen op het GroenLinks-Pvda-congres. ‘We moeten honderd jaar sociaaldemocratie niet verkwanselen voor electorale winst op de korte termijn’, aldus een PvdA-politicus.

Ondanks deze praktische drempels is het waarschijnlijk dat ‘nauwer wordende samenwerking’ een belangrijke trend wordt de komende jaren. De polycrisis van de afgelopen jaren lijkt nog wel een tijdje door te sudderen. Een zoektocht naar nieuwe vrienden is voor veel partijen dan ook onvermijdelijk.

Digitale politiek: een tweesnijdend zwaard

Politici zijn tegenwoordig overal online te zien. Die ontwikkeling is begrijpelijk: sociale media geven politici de kans om hun boodschap met een paar klikjes te delen met de media, kiezers en collega-politici.

Dat is niet zonder risico. Politiek Den Haag wordt immers overspoeld met online haatberichten en sociale media maken de generatiekloof tussen sommige politici en een deel van hun kiezers soms pijnlijk zichtbaar. Niet elke politicus is even handig met de nieuwste media, betoogt schrijver en lichaamstaalcoach Kees-Jan Dijkstra in De Telegraaf.

Tweede Kamerleden en bewindspersonen zijn desondanks inmiddels niet meer weg te denken van het online medialandschap. Dat landschap is dan ook onmisbaar voor politici, gezien een groot deel van hun kiezers zich dagelijks online begeeft. De tijd waarin politieke partijen hun achterban uitsluitend bereikten via krantencolumns, partijbladen en boeken is al lang voorbij. Vorige week nog berichtten de NOS, De Volkskranten andere media dat er steeds minder Nederlandstalige boeken over de toonbank gaan.

Mede daarom zijn Tweede Kamerleden jaarlijks verantwoordelijk voor duizenden tweets. Ook de meeste bewindspersonen zijn tegenwoordig niet vies van een goed getimede vlog. Wat vliegt de tijd. In 2006 debatteerden Rutte en Balkenende nog over de aanvaardbaarheid van mediaverschijningen voor bewindslieden. Anno 2023 deelt premier Rutte vrijwel wekelijks een story of reel op zijn sociale media.

Tegelijkertijd vormen diezelfde media een tweesnijdend zwaard voor politiek Den Haag. Sociale media maken het tenslotte niet alleen mogelijk om veel te zenden, maar ook om veel te ontvangen. Dat biedt kansen aan bijvoorbeeld bedrijven, branche- en beroepsorganisaties, ngo’s en decentrale overheden om hun politieke belangenbehartiging kracht bij te zetten met de inzet van diezelfde sociale media.

Zij kunnen bewindslieden en Kamerleden ‘rechtstreeks’ bereiken en voor het oog van de natie hun problemen én oplossingen laten zien. Natuurlijk niet ongebreideld. Net als in de klassieke manier van belangenbehartiging geldt hier: verkondig de juiste boodschap op het juiste moment.