
Van Brussel tot Den Haag – kan je om te beginnen wat meer vertellen je ervaringen binnen digitale sector?
Tuurlijk. Vanuit mijn vorige functies en rollen neem ik een ruime ervaring mee op het gebied van beleid en digitalisering. In mijn eerste jaren in Brussel heb ik me al intensief beziggehouden met technologie en digitalisering, waar ik ook heb ervaren dat de Europese politiek echt anders is dan de Nederlandse. Later ben ik verantwoordelijk geweest voor dossiers op het snijvlak van technologiebeleid, belangenbehartiging en digitale transitie. Denk aan thema’s als digitale soevereiniteit, cybersecurity, telecom, AI, cloud en digitale infrastructuur. Door die jarenlange ervaring heb ik een breed netwerk opgebouwd binnen de politiek en verschillende ministeries. Die achtergrond helpt me nu om bij EPPA snel te schakelen tussen beleidsniveaus en sectoren – en om onze klanten strategisch te begeleiden in het steeds complexere digitale speelveld.
Wat was een verrassend moment in je eerste maand bij EPPA?
Een verrassend moment in mijn eerste maand bij EPPA was de uitgebreide kennis die mijn collega’s hebben van de Haagse politiek. Ze beschikken over een indrukwekkend inzicht in politieke procedures—of het nu gaat om interpellaties, novelles of constructieve moties van wantrouwen, ze weten precies hoe het werkt. Misschien wel belangrijker is hun gevoel voor timing en politieke sensitiviteit. Het kantoor weet precies de juiste momenten te herkennen en te benutten, wat van groot belang is in de dynamische politieke wereld.
Brussel of Den Haag?
Den Haag en Brussel, beide steden hebben hun charme. Den Haag heeft die politieke snelheid en directheid die ik zo waardeer, terwijl Brussel het grotere speelveld biedt om strategieën op EU-niveau uit te zetten. Door mijn ervaring in beide steden kan ik makkelijk schakelen tussen het ‘Haagse pragmatisme’ en de ‘Brusselse diplomatie’, wat het zo boeiend maakt.
Of bedoelde je de steden zelf? Dan kies ik (bijna) altijd voor Den Haag, behalve op donderdagavond natuurlijk, want Place de Luxembourg had daar echt een bijzondere aantrekkingskracht.

Je bent een van onze tech-experts. Wat trekt je zo aan in dit vakgebied?
De digitale sector is de spil van bijna alles in onze samenleving. Van cybersecurity en digitale soevereiniteit tot ontwikkelingen zoals 6G en AI-wetgeving – deze thema’s beïnvloeden niet alleen de economie, maar veranderen ook de manier waarop we met technologie omgaan en onze samenleving inrichten. De afgelopen jaren hebben we gezien dat de Europese wet- en regelgeving steeds strikter wordt, wat van de digitale sector één van de meest gereguleerde sectoren maakt. Europa is trots op haar regulerende macht, en terecht, want regulering kan een krachtig instrument zijn voor het waarborgen van veiligheid en gelijkheid in het digitale domein.
Tegelijkertijd zien we in Europa en Nederland dat overregulering ook nadelige effecten kan hebben, vooral voor bedrijven die hierdoor belemmerd kunnen worden in hun innovatiekracht en flexibiliteit. Het vinden van de juiste balans is essentieel, en het is dan ook een voorrecht om te opereren in dit dynamische spanningsveld, waar geen dag hetzelfde is. Het maakt het werk zowel uitdagend als boeiend, en biedt continue mogelijkheden om bij te dragen aan de vorming van beleid dat de toekomst van de digitale sector zal bepalen.
Wat is een veelvoorkomende misvatting over lobbyen in Brussel en Den Haag?
Een veelvoorkomende misvatting over lobbyen, zowel in Brussel als in Den Haag, is dat het voornamelijk achter gesloten deuren gebeurt en dat het vooral grote bedrijven ten goede komt. Dit beeld is echter niet juist. In werkelijkheid is lobbyen veel transparanter en toegankelijker dan vaak wordt gedacht. Lobbyen is geen exclusieve praktijk van grote corporaties, maar is juist een proces waarin veel verschillende actoren, van grote bedrijven tot kleinere organisaties en NGO’s, een belangrijke rol spelen. Al deze groepen hebben invloed op het beleidsproces en maken gebruik van lobby om hun standpunten en belangen onder de aandacht te brengen van beleidsmakers.
Het is een proces van geduldig en strategisch werken aan beleidsverandering. Het vereist de juiste timing, de juiste boodschap en het vermogen om het grotere plaatje te begrijpen en te beïnvloeden. Het is dus een dynamische, doorlopende activiteit die veel verder gaat dan alleen het aandragen van argumenten
Als je een boek zou schrijven, waar zou het over gaan?
Ik ben al een tijd bezig met mijn boek 14 in oorlog, hoewel het schrijven soms wat traag gaat – met twee kleine kinderen van 2 en 4 jaar is vrije tijd net zo zeldzaam als een rustige nacht! Het boek volgt twee vrienden van 14 jaar tijdens de Tweede Wereldoorlog. Er is al heel veel geschreven over die periode, maar ik mis het perspectief van de jongeren. En eerlijk gezegd, denk ik dat er nooit genoeg over die tijd geschreven kan worden. Ik ben vastbesloten om dit verhaal echt af te schrijven en wil niet wachten tot m’n eigen kinderen 14 zijn.
Lees hier meer over Joost Vente!