Vanaf dinsdag is het zover: Wopke Hoekstra zal twee dagen lang de Nederlandse belangen behartigen in China. De minister van Buitenlandse Zaken spreekt dan onder meer zijn Chinese collega Qin Gang tijdens een politieke koorddans die de media nauwlettend zullen volge
Enerzijds zal Hoekstra rekening moeten houden met de economische voordelen die een gezonde Nederlands-Chinese handelsrelatie met zich meebrengt. Anderzijds is de twijfelachtige mensenrechtensituatie in China ongetwijfeld een niet te missen ‘olifant in de kamer’.
China is een economische grootmacht met wie Nederland sterke handelsbanden onderhoudt. Het is dan ook begrijpelijk dat minister Hoekstra zich inzet voor het versterken van de economische relaties tussen beide landen. Zijn werkbezoek kan nieuwe kansen bieden voor het Nederlandse bedrijfsleven. Jaarlijks exporteert Nederland immers voor miljarden aan voedingsmiddelen, farmaceutische producten en elektrische apparatuur naar China. China levert dan weer voor miljarden aan kleding, telecomapparatuur en zelfs kantoormachines aan Nederland.
Tegelijkertijd kijken verschillende landen – waaronder Saoedi-Arabië, maar ook Rusland – naar de Nederlandse reactie op de mensenrechtensituatie van een belangrijke handelspartner. Ook landen zoals Tunesië, die een grote rol kunnen spelen bij het beheersbaar maken van de asielinstroom, kijken aandachtig naar Hoekstra’s koorddans. Staat er deze week een koopman of een dominee op het koord in Peking?
Hoekstra zal beiden moeten zijn als Nederland een geloofwaardige handelspartner én mensenrechtenvoorvechter wil zijn. ‘We spreken ons uit en treden gericht op tegen mensenrechtenschendingen’, leest het regeerakkoord van Rutte-IV, slechts 9 pagina’s na het pleidooi om ‘te investeren in onze welvaart’. Beide doelen kunnen voor een deel worden behaald in Peking. Hoekstra hoeft alleen maar op het koord te blijven staan.