Inmiddels is het duidelijk dat coalitiepartijen aan het nadenken zijn over hun voortbestaan. Complexe dossiers, waaronder stikstof, armoede en de recente verkiezingsuitslagen, zorgen ervoor dat er steeds meer druk komt te staan op het huidige kabinet. Intussen lijkt de coalitie geen antwoord te willen geven over de concrete toekomstplannen van dit kabinet. Bewindspersonen hielden de laatste weken vooral vast aan procedurele communicatie: ze beperkten zich tot de huidige stand van zaken en probeerden te concrete toezeggingen te vermijden. Ook in de Kamerbrief van afgelopen vrijdag en de daaropvolgende persconferentie verschuilde het kabinet zich achter procedures.
Uiteraard is ‘procedureel praten’ geen gemakkelijke klus voor Nederlandse bewindslieden. Nederland is immers een vrij land, waarin bewindspersonen verantwoording moeten afleggen over hun politieke keuzes en plannen. Daarnaast kent Nederland ook een vrije en kritische pers. Nederlandse journalisten hebben dan ook relatief veel toegang tot politici. Hierdoor kan de pers de politiek verantwoordelijk houden voor eerdere toezeggingen; een belangrijke rol die veel macht met zich meebrengt. Dat geldt dubbel in deze tijd, waarin nieuwsberichten steeds vaker de basis vormen voor Kamervragen en debatten.
Deze alsmaar groeiende media-aandacht zorgt ervoor dat politici – en dan vooral bewindspersonen – in onzekere tijden steeds voorzichtiger communiceren. En op veel fronten zijn dit daadwerkelijk onzekere tijden voor de coalitie. Deze onzekerheid is mede het gevolg van de laatste verkiezingsuitslagen, waarover de Tweede Kamer morgen debatteert. Echter, tijdens dat debat zullen bewindspersonen toch meer moeten doen dan slechts ‘procedureel praten’. Immers, wat werkt in de media, werkt niet altijd in de politiek.