door Nora van Elferen*
Transparantie parlement cruciaal voor democratie
Sinds het voorjaarsreces kunnen burgers de Tweede Kamer weer als vanouds bezoeken, twee jaar nadat het parlement op 11 maart 2020 haar deuren sloot door de coronacrisis. Deze rigoureuze stap kenmerkte de ernst van de coronacrisis voor de Kamer destijds, die immers internationaal bekend staat als toegankelijk en transparant. Er gelden geen beperkingen meer voor de publieke tribune van de plenaire zaal, er is niet langer een maximale duur aan bezoek verbonden en fysieke petitie-aanbiedingen, een van de oudste middelen van burgers om een thema in Den Haag te agenderen, zijn weer mogelijk. Een belangrijke stap om de traditionele transparantie van de Nederlandse democratie te herstellen.
Omgangsvormen in het parlement: geen publiek meer bij commissiedebatten?
Een vaak vergeten maar cruciaal onderdeel van de Nederlandse democratie blijft zich echter afspelen achter gesloten deuren: de commissiezalen. Pakweg 80% van de debatten in de Tweede Kamer vindt in deze zalen plaats, over onderwerpen die variëren van stikstof, de woningmarkt of Oekraïne. Deze commissiedebatten krijgen traditioneel gezien minder media-aandacht, maar zijn bij uitstek de plek waar Kamerleden inhoudelijk met elkaar debatteren over de prangende problemen van Nederland.
Voorzitter Bergkamp houdt in de laatste brief aan de Kamerleden van eind februari echter vast aan een vergaderopstelling met 1,5 meter afstand. De zalen in de nieuwe accommodatie zijn dan te klein voor publiek. Pas rond het meireces voorziet de voorzitter mogelijk verdere versoepelingen in het parlement. Burgers zijn aangewezen op de nauwelijks bekende videofeeds om debatten te volgen. Videoregistratie doet echter geen recht aan de dynamiek van het fysieke debat en ontneemt burgers de kans om hun volksvertegenwoordigers in levenden lijve in actie te zien.
Wacht niet langer met het openstellen van commissiedebatten voor publiek
Een opmerkelijke keuze. Op 15 maart mochten 55.000 man dicht opeengepakt in de Arena naar Ajax-Benfica kijken maar een van de belangrijkste onderdelen van het parlementaire proces blijft gesloten voor publiek? Is dit een voorbeeld van de nieuwe bestuurscultuur? Zijn dit de fatsoenlijke omgangsvormen waar zoveel over te doen is in de Tweede Kamer? Of zegt dit wellicht iets over het belang wat de Kamer zelf hecht aan de transparantie van debatten in de commissiezalen, waar minder camera’s op zijn gericht en waar het moeilijker is om Twitter-filmpjes op te nemen?
Het is te hopen dat de Kamer zo snel mogelijk weer publiek toelaat in commissiedebatten om niet langer de transparantie van het Nederlandse parlement onnodig in te perken. Dat zou pas een voorbeeld van fatsoenlijke omgangsvormen in de nieuwe bestuurscultuur zijn.
*senior consultant bij advieskantoor EPPA Politiek & Lobby. EPPA zet zich in om de toegankelijkheid van de Nederlandse politiek te vergroten.