
De Tweede Kamer dient al jaren steeds meer moties in, wat het instrument volgens critici minder effectief maakt. Henri Bontenbal (CDA) deed daarom een voorstel om een motie-maximum per fractie in te stellen. Afgelopen week verwierp bijna de voltallige Tweede Kamer dit idee echter, na een boeiend debat. De Kamer nam wel twee moties aan – over een live register en de volledige motietitel weergeven – die impact kunnen hebben op het werk van belangenbehartigers.
Voorstel Bontenbal: 150 moties per fractie
Concreet hield het voorstel van Bontenbal in dat elke fractie maximaal 150 moties per jaar mag indienen, aangevuld met één extra motie per fractielid. Daarnaast zou een maximum van twee moties per fractie per debat moeten gelden, met uitzondering van wetgevingsoverleggen. Dit betekent dat een fractie met 20 leden 170 moties per jaar kan indienen.
Als het voorstel van Bontenbal was aangenomen, zou dit met de huidige samenstelling van de Tweede Kamer leiden tot ongeveer een halvering van het aantal ingediende moties ten opzichte van de huidige situatie. De afgelopen jaren is het aantal moties immers exponentieel gestegen. In 2022 werd zelfs een recordaantal van 5.011 moties ingediend. In de laatste maanden van 2024 waren dat er dagelijks gemiddeld zeventien.
Balans tussen effectiviteit en controle
Het debat over het beperken van het aantal moties raakte aan een fundamentele vraag. Hoe waarborgt de Kamer een evenwicht tussen effectief parlementair werk en een krachtige controlefunctie?
Voorstanders, zoals JA21, erkennen dat moties een bot instrument zijn geworden en steunen een quotum om de kwaliteit te verbeteren. Zij wijzen erop dat Kamerleden nog voldoende andere middelen hebben om het kabinet te controleren, zoals amendementen en schriftelijke vragen. Het voorstel om moties te maximeren is dan ook relatief gunstig voor kleine fracties, omdat het verschil t.o.v. grotere fracties beperkt is. Doordat zij niet bij alle debatten aanwezig kunnen zijn, lopen zij bovendien minder snel het risico dat hun moties “opraken”.
Aan de andere kant betwijfelen GroenLinks-PvdA en NSC of een beperking daadwerkelijk leidt tot betere moties. Zij zeggen dat de drang om te scoren zal blijven bestaan, en dat de kwaliteit van moties vooral afhangt van de inzet en expertise van de Kamerleden zelf.
Ook de juridische houdbaarheid wordt in twijfel getrokken. De SP stelt dat een limiet op moties strijdig is met artikel 67 van de Grondwet: vrijheid van beraadslaging van de Tweede Kamer. Bontenbal zegt hierop dat de Grondwet moties niet expliciet noemt en dat het parlement zelf regels mag maken over de manier van werken.
Een kritische kanttekening
Staatsrechtdeskundigen als Wim Voermans plaatsen eveneens kritische kanttekeningen bij het voorstel van Bontenbal. Volgens Voermans is de toename van moties geen probleem op zich. Het is eerder een gevolg van de assertievere rol die de Tweede Kamer de afgelopen vijftien jaar heeft ingenomen. Deze verandering is volgens hem het resultaat van de gegroeide macht van het kabinet. De motie, zo stelt hij, is een belangrijk instrument geworden in de dualistische verhouding tussen Kamer en regering. Ze worden niet alleen als signaal richting de achterban gebruikt, maar ook als middel om concreet beleid te beïnvloeden. Daarnaast wijst hij erop dat aangenomen moties in veel gevallen daadwerkelijk impact hebben, zoals bleek bij de aanpassingen in de begroting van kabinet-Schoof afgelopen najaar.
Hoe krijgt de Tweede Kamer wel meer grip op de gepercipieerde “motie-inflatie”?
Nu het voorstel van Bontenbal voor een motie-maximum geen meerderheid heeft behaald, is het de vraag hoe de Tweede Kamer hiermee verder gaat. Uit het debat bleek wel dat de zorgen over de motie als bot instrument en de exponentiële toename ervan breed worden gedeeld. Vorige maand schreven we bijvoorbeeld al over het nieuwe beoordelingskader voor moties, een andere poging om het aantal moties terug te dringen.
Het werk van de belangenbehartiger
De eerste motie is een oproep om een live motieregister op te zetten voor de uitvoering van aangenomen moties. De tweede motie schrijft voor dat bij publicatie voortaan de appreciatie en de letterlijke tekst wordt meegenomen.
Deze laatste motie schept meer duidelijkheid, maar of het de publicatiedrang – een belangrijke drijfveer achter de toename van moties – zal verminderen, is niet zeker. Omdat het verzoek aan de regering volledig wordt gepubliceerd, zullen Kamerleden zorgvuldig nadenken over de formulering. Daarbij spelen twee overwegingen een rol: enerzijds wil het Kamerlid daadkracht blijven uitstralen naar de achterban, zeker wanneer de motie via sociale media wordt gedeeld. Voorheen was de samenvatting van het verzoek hier een handig middel voor, nu zal dat mogelijk het volledige verzoek van de motie worden. Anderzijds moet de motie voldoende steun krijgen en mag deze niet te stellig geformuleerd zijn om andere partijen niet af te schrikken mee te stemmen. Als belangenbehartiger zijn dit belangrijke aspecten om in gedachten te houden bij het contact met Kamerleden.
Een ander interessant voorstel is de instelling van een live motieregister, waarin de uitvoering van aangenomen moties wordt bijgehouden. Hoewel de precieze invulling en het beheer nog onduidelijk zijn, kan dit voor belangenbehartigers een waardevol hulpmiddel zijn, vooral in combinatie met het verzoek uit een andere motie om ook de appreciatie van bewindspersonen te publiceren. Voorheen moest men hiervoor het debat volgen of het stenogram raadplegen. Het register helpt bij het monitoren van de voortgang van moties en biedt inzicht in de mate waarin een ministerie ermee aan de slag is. Daarnaast maakt het mogelijk om snel op de hoogte te raken van een dossier, zelfs wanneer iemand later in het proces instapt. Dit stelt belangenbehartigers in staat om tijdig contact te zoeken met het ministerie en actief bij te dragen met kennis en ervaring in de zoektocht naar een oplossing.
Het motie-maximum is van tafel, maar de discussie is nog lang niet voorbij. De Kamer worstelt met een stortvloed aan moties en zoekt naar manieren om grip te houden op de kwaliteit en impact ervan. Of het live register en de uitgebreidere publicatieplicht daarbij gaan helpen, moet nog blijken. Eén ding is zeker: zolang Kamerleden hun stempel willen drukken, blijft de motie een geliefd instrument.